Beperk zoutinname bij diabetische nefropathie
Dat blijkt uit een Nederlandse dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde, crossoverstudie [Lancet Diabetes Endocrinol 2014, online 5 maart]. Beide interventies bleken eerder effectief bij niet-diabetische nefropathie.
Aan het begin van de studie werden 45 patiënten gedurende zes weken ingesteld op de standaardtherapie van maximaal 40 mg lisinopril. Vervolgens werd hier geblindeerd 50 mg hydrochloorthiazide of placebo aan toegevoegd gedurende vier perioden van zes weken. Beide therapieën werden ongeblindeerd gecombineerd met zowel een normale zoutinname als met een beperkte (200 respectievelijk 50 mmol Na+ per dag, wat gelijk is aan 3 gram NaCl). De normale intake kwam overeen met die van een controlegroep (160 diabeten).
De albuminurie verminderde vergeleken met de uitgangswaarde (711 mg, BI95 485-1043) significant door zowel een zoutarm dieet als hydrochloorthiazide (393 mg per dag, BI95 258-599, p=0,0002; respectievelijk 434 mg, 306-618, p=0,0003). Het effect van beide interventies was vergelijkbaar.
De albuminurie daalde nog meer bij combinatie van beide interventies (306 mg, 203-461, p<0,0001). Maar de combinatie bleek te zijn geassocieerd met een reversibele afname van de creatinineklaring, waarvan de klinische relevantie verder onderzocht moet worden.
Tevens treedt orthostatische hypotensie vaker op bij de combinatie (27%) vergeleken met alleen dieetmaatregelen of een diureticum (beide 11%) en de standaardtherapie (4%). Ondanks dat aanbevelingen voor zoutbeperking in de huidige richtlijnen ontbreken, adviseren de onderzoekers om overmatig zoutgebruik bij diabeten met nefropathie te vermijden. Helpt dit onvoldoende, dan kan een diureticum worden toegevoegd.