Farmaciestudenten beter in farmacologie
Nederlandse onderzoekers, onder leiding van Karen Keijsers, klinisch geriater in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch, bestudeerden het verschil in kennis tussen geneeskunde- en farmaciestudenten op farmacologisch en farmacotherapeutisch gebied. Ze rekruteerden daarvoor 451 geneeskunde- en 151 farmaciestudenten van de Universiteit Utrecht tussen augustus 2010 en juli 2012. Alle studenten hadden minstens 3,5 jaar van hun zesjarige opleiding erop zitten.
De wetenschappers voerden het onderzoek cross-sectioneel uit. De studenten kregen in de vorm van een toets vragen voorgelegd over drie gebieden: basale farmacologische kennis, kennis van toegepaste farmacologie en farmacotherapeutische vaardigheden. Deze toets vond plaats na een interdisciplinaire cursus van een week. Om selectiebias te voorkomen, vertelden de wetenschappers de studenten vooraf niet dat het een onderzoek betrof.
Farmaciestudenten bleken basale farmacologie beter te beheersen dan geneeskundestudenten (77,0% vs. 68,2% correcte antwoorden, p<0,001). Medisch studenten waren echter beter in het schrijven van recepten (68,6% vs. 50,7%, p<0,001). De kennis over toegepaste farmacologie was gelijk (73,8% vs. 72,2%, p=0,124).
De kennisverschillen ontstaan dus al tijdens de opleiding. Volgens de onderzoekers een mooi aanknopingspunt bij de ontwikkeling van interdisciplinair onderwijs: door de kennisverschillen kunnen adspirant-artsen en -apothekers van elkaar leren en zal de farmacotherapie verbeteren.
Opmerkelijk vinden de onderzoekers dat aankomende apothekers blijkbaar minder goed dan artsen weten aan welke eisen een recept moet voldoen. Receptcontrole is tenslotte één van de kerntaken van apothekers. De wetenschappers nuanceren dit: uit eerder onderzoek zou blijken dat farmaciestudenten hiervan wel voldoende kennis hebben [Br J Clin Pharmacol 2014 epub, 2 april].