Richtlijn polyfarmacie onvoldoende nageleefd
IGZ: Te weinig medicatiebeoordelingen uitgevoerd
De multidisciplinaire richtlijn (MDR) ‘Polyfarmacie bij ouderen’ is volgens de Inspectie nog onvoldoende geïmplementeerd. Zorgverleners in ziekenhuizen, verpleeghuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en openbare en ziekenhuisapotheken zijn bekend met de richtlijn, maar voeren nog te weinig medicatiebeoordelingen uit.
Volgens de in mei 2012 gepubliceerde MDR moeten patiënten ouder dan 65 jaar die vijf of meer geneesmiddelen chronisch gebruiken, één medicatiebeoordeling per jaar krijgen. In de onderzochte openbare apotheken voldeden gemiddeld 470 ouderen aan de selectiecriteria van de MDR, van wie 44 een medicatiebeoordeling hebben gehad. In de huisartsenpraktijken kwamen 176 patiënten in aanmerking en werd bij 53 een beoordeling uitgevoerd.
Volgens de Inspectie is een van problemen bij de uitvoering dat zorgverleners alleen op basis van leeftijd en medicatiegebruik geautomatiseerd kunnen selecteren. Zij moeten vervolgens handmatig op zoek naar kwetsbare patiënten.
Verder zijn de medicatieoverzichten voor verbetering vatbaar: indicatie, reden van starten en stoppen en wijzigingen van medicatie ontbreken in veel gevallen. 80% van de openbaar apothekers geeft aan de laboratoriumuitslagen vaak te missen op het medicatieoverzicht.
De uitwisseling van de informatie tussen de eerste en de tweede lijn blijkt volgens IGZ vaak niet geautomatiseerd. In veel gevallen brengt de patiënt de informatie over via een papieren medicatieoverzicht.
Selectiecriteria
De Inspectie constateert voorts dat de samenwerking tussen de eerste en de tweede lijn nauwelijks formeel is geregeld. Met name bij patiënten die onder behandeling zijn van een medisch specialist verschillen de meningen of de huisarts of de specialist de regie heeft.
Als belangrijk verbeterpunt voor de implementatie adviseert IGZ de selectiecriteria aan te scherpen, bijvoorbeeld door de leeftijdsgrens te verhogen. Op gebied van ICT zijn ook aanpassingen nodig, bijvoorbeeld door patiënteninformatie uniform vast te leggen.
Ook adviseert de Inspectie afspraken over regie, verantwoordelijkheid en samenwerking toetsbaar vast te leggen, onderbouwd door een landelijke richtlijn.
Toezicht
De KNMP vindt het onderzoek van IGZ “degelijk uitgevoerd”, maar merkt wel op dat het de situatie toont van voorgaande jaren. Ook is de nulmeting, volgens woordvoerder Rob Sebes, relatief kort na de introductie van de richtlijn uitgevoerd. “Naar aanleiding van het Bestuurlijk Overleg Farmacie hebben apothekers en huisartsen onlangs met IGZ gesproken over hoe de richtlijn beter toe te passen in de praktijk.” Volgens Sebes krijgen de zorgverleners meer vrijheid om zelf patiënten te selecteren.
IGZ start volgend jaar het toezicht op de naleving van de MDR. De toezichthouder heeft er begrip voor dat een aantal aanbevelingen meer tijd vragen, maar zorgverleners moeten er wel voor zorgen dat deze “op termijn toetsbaar zijn”.
“Verder zijn de medicatieoverzichten voor verbetering vatbaar: indicatie, reden van starten en stoppen en wijzigingen van medicatie ontbreken in veel gevallen”
Medicatiebewaking zonder dat de indicatie door de voorschrijver is vrijgegeven is Russische Roulette.
De IGZ weet dat 50% van de geneesmiddelen off-label worden voorgeschreven.
Stel die problematiek eens uitgebreid aan de orde.
Indicatie en off-label gebruik in Nederland.