Problemen bij DOAC-gebruik
Voor hun studie maakten ze gebruik van SFK-gegevens. Patiënten die tussen 2008 en 2013 minimaal een DOAC (dabigatran, rivaroxaban, apixaban), vitamine K-antagonist (VKA) (fenprocoumon, acenocoumarol) of trombocytenaggregatieremmer (acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium, dipyridamol, clopidogrel, prasugrel, ticagrelor) kregen voorgeschreven zijn meegenomen in het onderzoek.
In 2013 waren er 29.687 DOAC-gebruikers, vergeleken met 484.024 VKA-gebruikers. 820 DOAC-gebruikers (2,7%) kregen een VKA en 446 DOAC-gebruikers (1,5%) kregen acetylsalicylzuur afgeleverd tijdens het DOAC-gebruik, vergeleken met 11.207 (2,3%) VKA-gebruikers die ook acetylsalicylzuur kregen. Een van de vier DOAC-gebruikers had een therapietrouw lager dan 80%, vergeleken met een van de vijf gebruikers van trombocytenaggregatieremmers.
De onderzoekers geven aan dat de SFK-gegevens niet het daadwerkelijke gebruik van geneesmiddelen weergeven, maar slechts de afleveringen. Hiermee is in het onderzoek zoveel mogelijk rekening gehouden. De onderzoekers bevelen apothekers aan om het geneesmiddelgebruik van DOAC-patiënten in de gaten te houden voor zowel therapietrouw als potentieel schadelijke geneesmiddelcombinaties.
DOAC’s zijn sinds 2008 op de markt en worden gebruikt bij atriumfibrilleren, veneuze trombo-embolie en als profylaxe bij de vervanging van een heup of knie.