Varenicline: toch geen depressierisico
Varenicline is een middel dat mensen helpt bij het stoppen met roken. Het vermindert de gevoeligheid van de hersenen voor nicotine, waardoor het verlangen naar deze stof afneemt. De onderzoekers gebruikten in hun retrospectieve cohortonderzoek gegevens van 164.766 rokers die tussen 1 januari 2007 en 30 juni 2012 wilden stoppen. Zij hadden een recept voorgeschreven gekregen van varenicline (n = 51.450), bupropion (n = 6557) of voor een nicotinevervangingstherapie, zoals pleisters, kauwgom of zuigtabletten (n = 106.759). De groep rokers die de vervangingstherapie kreeg was de referentiegroep.
De gegevens van zes maanden na aanvang van de therapie werden bestudeerd waarbij werd gekeken naar het optreden van cardiovasculaire bijwerkingen (ischemische hartziekten, herseninfarct, hartfalen, perifere vasculaire aandoeningen en aritmieën) en psychiatrische bijwerkingen (depressie en zelfmutilatie). Zowel bupropion als varenicline lieten geen hogere kans op een cardiovasculaire of psychiatrische bijwerking zien dan nicotinevervangingstherapie. De hazard ratio’s (HR’s) voor alle afzonderlijke bijwerkingen waren kleiner dan 1. Varenicline werd bovendien geassocieerd met een significant lagere kans op ischemische hartziekten (HR 0,80; BI95 0,72-0,87), herseninfarct (HR 0,62; BI95 0,52-0,73), hartfalen (HR 0,61; BI95 0,45-0,83), aritmieën (HR 0,73; BI95 0,60-0,88), depressie (HR 0,66; BI95 0,63-0,69) en zelfmutilatie (HR 0,56; BI95 0,46-0,68) dan bij nicotinevervangingstherapie.
Volgens de onderzoekers suggereren deze bevindingen dat varenicline vaker voorgeschreven kan worden, ook aan patiënten met comorbiditeiten. Hierdoor kunnen meer rokers geholpen worden bij het stoppen.