Leden steunen het BPOA-pensioenbeleid
Enquête: ruime meerderheid eens met middelloonregeling
Een ruime meerderheid van de apothekers in loondienst stemt in met een middelloonregeling en wil het pensioen blijvend collectief regelen. Voor de zelfstandige apothekers/eigenaren is nader onderzoek nodig.
Dat blijkt uit een enquête die de BPOA de afgelopen maanden heeft gehouden onder haar leden. Ruim vijfhonderd leden, inclusief gepensioneerden, hebben gereageerd op vragen van de BPOA over een hervorming van de pensioenregeling, zei voorzitter Paul van Bakel op een bijeenkomst vorige week in Utrecht.
De uitkomsten van de enquête worden in mei en juni besproken met leden op vergaderingen na de districtsledenbijeenkomsten die de KNMP houdt in Ridderkerk, Akersloot, Nuland, Deventer en Leusden.
Nieuwe wet- en regelgeving
De BPOA moet de regeling, die wordt uitgevoerd door de SPOA, wijzigen vanwege nieuwe wet- en regelgeving die de overheid en De Nederlandsche Bank (DNB) aan de pensioenwereld opleggen. Hierbij wordt de pensioenopbouw voor medewerkers in loondienst beperkt en krijgen zelfstandigen een andere pensioengrondslag, het zogenoemde Witteveenkader. Dat betekent dat niet het norminkomen, maar het werkelijke inkomen en de leeftijd met ingang van 2015 de basis vormen voor de opbouw van het pensioen.
In de enquête gaf 42% van de ondervraagde zelfstandige apothekers aan liever zelf het pensioen te willen regelen. BPOA-adviseur Barend de Leijster merkte op dat “velen niet beseffen dat daar veel bij komt kijken.”
Voorzitter Van Bakel vond dat er nog veel emotie doorklonk in de antwoorden op de enquêtevragen. In de ruimte die werd gegeven voor een eigen reactie, werden vooral opmerkingen gemaakt over het ‘slechte beheer van het pensioen’ van de afgelopen jaren. Van Bakel wees erop dat de leden in de periode voor 2008 elk jaar hun goedkeuring hebben gegeven aan het pensioenbeleid, dat bewust heeft geleid tot de relatief lage dekkingsgraad.
De leden wilden in die periode zo veel mogelijk in de individuele pensioenpot laten stromen, in plaats van collectieve reserves opbouwen. Van Bakel: “Maar nu is het tijd om naar voren te kijken en samen een goede toekomstbestendige pensioenregeling te maken.”
Meer in loondienst
BPOA-bestuurslid Annelien van Groningen vertelde dat het veranderende beroep ook reden is geweest de enquête te houden: “Er komen steeds meer apothekers in loondienst. De enquête toont aan dat zij meer zekerheid willen.”
De BPOA komt na de discussies met de leden in mei en juni met voorstellen voor verandering van de pensioenregeling per januari 2015. De BPOA overlegt hierbij met de KNMP en de sociale partners voor een cao voor loondienstapothekers: VZA, ASKA en LAD.
Een ruime meerderheid van de apothekers in loondienst stemt in met een middelloonregeling en wil het pensioen blijvend collectief regelen. Voor de zelfstandige apothekers/eigenaren is nader onderzoek nodig.
Er zat en zit nog steeds geen waterdicht schot tussen apotheker in loondienst en zelfstandige apothekers. Persoonlijk ben ik van 1976 tot 1987 in loondienst geweest bij Stichting VNA en daarna tot 2008 zelfstandig apotheker. Ook apothekers die anno 2014 denken 40 jaar in loondienst bij een keten te blijven, komen er wellicht ooit achter dat ketens verdwenen of Europees verboden zijn. Pensioenplanning vereist een verre kijk in de toekomst dus er moet binnen een overkoepelende regeling een soepele overstap tussen loondienst en (franchise)eigenaar mogelijk blijven.