Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Herexamen 2014 PW 12

PW Magazine 12, jaar 2014 - 21-03-2014
Een man van 75 jaar, woonachtig in een verzorgingshuis, bekend met atriumfibrilleren en hypertensie, gebruikt metoprolol, diltiazem, acenocoumarol, simvastatine en pantoprazol. Welk oordeel geeft u over de combinatie metoprolol en diltiazem? A. Rationele combinatie, gezien de comorbiditeit atriumfibrilleren. B. Irrationele combinatie, want er is een verhoogd risico op blokkade van de atrioventriculaire geleiding. C. Irrationele combinatie, er zou eigenlijk een ACE-remmer in plaats van een bètablokker, en amlodipine in plaats van diltiazem gegeven moeten worden. D. Rationele combinatie bij ouderen in het algemeen, omdat een ACE-remmer en een diureticum vaak resulteren in een slechte nierfunctie.

Goede antwoord: A.

Bij atriumfibrilleren wordt, zeker bij ouderen, doorgaans frequentiecontrole nagestreefd. Dit kan worden gerealiseerd door een bètablokker, digoxine en/of diltiazem (of verapamil). Een combinatie van metoprolol en diltiazem kan dus toegepast worden bij atriumfibrilleren als één van beide middelen niet voldoende effectief is. Het betreft hier derhalve een rationele combinatie waarbij versterking van de AV-blokkade juist gewenst is.

Bij deze patiënt zou een combinatie van een ACE-remmer en een diureticum rationeel zijn als er geen sprake was van atriumfibrilleren; beide middelen hebben echter geen effect bij atriumfibrilleren.

Antwoord D ten slotte is onjuist: weliswaar kan een ACE-remmer leiden tot vermindering van de nierfunctie, maar dat is op zichzelf geen reden een ACE-remmer te vermijden.


Bronnen: NHG-standaard Atriumfibrilleren 2010, de European Guideline Atrial Fibrillation 2010 en Focused Update 2012 (te downloaden via http://www.escardio.org/guidelines-surveys/esc-guidelines/Pages/atrial-fibrillation.aspx).

Document acties

Back to top