Herexamen 2014 PW 7
Goede antwoord: d.
De INR van acenocoumarol zal veranderen indien de spiegel van dit middel toe- of afneemt.
Dit is altijd het geval bij een farmacokinetische interactie. Amiodaron, sulfamethoxazol (de sulfonamide-component van co-trimoxazol) en miconazol zijn allemaal sterke remmers van CYP2C9, het belangrijkste bij het metabolisme van acenocoumarol betrokken leverenzym.
Acetylsalicylzuur heeft weliswaar een farmacodynamische interactie met acenocoumarol in die zin dat het bloedingrisico wordt verhoogd, maar het beïnvloedt de INR bij een gelijkblijvende dosis van acenocoumarol niet.
Bron: Kennisbank KNMP