Minister: ‘Apotheker vooral zorgverlener’
Edith Schippers vervat visie in brief aan Tweede Kamer
De minister stuurt de uitkomsten van het overleg vandaag in een brief naar de Tweede Kamer. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaat scherp toezien op naleving van de afspraken.
De aandacht voor de medicatiebeoordeling moet leiden tot betere medicatieveiligheid en gezondheid van de patiënt, aldus de zorgpartijen. KNMP, LHV, NHG, NPCF en de IGZ gaan de komende maanden onder leiding van voorzitter Rob van Marum van de kerngroep van de multidisciplinaire richtlijn, de afspraken concretiseren. Een van die punten zal de vergoeding zijn die apothekers en huisartsen ontvangen voor hun gezamenlijke medicatiebeoordeling.
De KNMP financiert twee onderzoeken die de patiëntselectie moet definiëren en ontwikkelt met de LHV indicatoren die de kwaliteit van de medicatiebeoordeling zichtbaar maken. Patiëntenvereniging NPCF heeft patiëntkaarten ontwikkeld voor in de apotheek, die aan patiënten uitleggen wat de medicatiebeoordeling is en wat zij zelf kunnen doen. De KNMP zorgt ervoor dat alle apothekers uiterlijk 1 januari een medicatiebeoordeling kunnen doen volgens de richtlijn. Momenteel is dit 75%.
Tweede belangrijke uitkomst van het Bestuurlijk Overleg Farmacie is de aandacht voor de medicatieoverdracht. Omdat veel zorgverleners de overdracht tijdrovend vinden, wordt nu onder regie van VWS gewerkt aan een herijking van de Richtlijn Medicatieoverdracht. In september is de nieuwe richtlijn klaar. De partijen in het Bestuurlijk Overleg Farmacie vinden dat zorgverzekeraars een zorgplicht hebben. “Zij dragen zorg voor juiste contractering van medicatieoverdracht. De aflevering en verificatie van geneesmiddelen - het hebben van een actueel medicatieoverzicht - gaan vallen onder Prestatie 1 Terhandstelling van een UR-geneesmiddel.”
Handhaving
De NZa zal toezien of er voldoende verantwoorde zorg wordt gecontracteerd met betrekking tot de medicatieoverdracht, zo is afgesproken. Hierbij geldt de NZa-prestatie ‘Medicatiebeoordeling chronisch UR-geneesmiddelengebruik’ van begin dit jaar. In juli heeft de IGZ een toezichtprotocol ontwikkeld, die ze vanaf 1 januari 2015 handhaaft - op basis van de herziene Richtlijn medicatieoverdracht.
De zorgpartijen hebben ook besloten meer energie te steken in het LSP. Zo zal de Orde van Medisch Specialisten het elektronisch voorschrijven onder haar leden stimuleren. Verder gaan verpleegkundigen en artsen bij bezoek van hun patiënten vragen of de medicatiegegevens mogen worden opgenomen in het LSP. De NPCF belooft haar achterban te informeren over het belang om hun gegevens in het LSP op te laten nemen.
Ook op andere belangrijke terreinen werden meerjarige afspraken gemaakt, zoals voor therapietrouw en transparantie van medicijnprijzen en de kwaliteit van de farmaceutische zorg.
De KNMP hecht veel waarde aan de slotafspraken die zijn gemaakt. “De afspraken en opstelling van onze gesprekspartners zijn een bevestiging dat apothekers een belangrijke schakel in de basiszorg zijn”, aldus KNMP-voorzitter Rik van der Meer. “Apothekers zijn onderdeel van de centrale driehoek van huisarts en wijkverpleegkundigen. De gezamenlijke uitdaging is er nu op gericht om de implementatie van die afspraken waar te maken.”