Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Alert op interacties oncolytica

PW Magazine 25, jaar 2011 - 24-06-2011
Artsen en apothekers die met oncologische patiënten werken, moeten meer rekening houden met interacties. Diverse interacties met antikankermiddelen zijn klinisch significant. Zo blijkt uit Nederlands onderzoek van onder meer ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog Frank Jansman.

Interacties met oncolytica waren tot een aantal jaar geleden vrijwel afwezig in de medicatiebewakingsmodule van de G-Standaard. Om dit hiaat op te vullen is de multidisciplinaire Werkgroep Oncolytica Interacties ingesteld onder leiding van ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog Frank Jansman. De werkgroep heeft potentiële farmacokinetische en farmacodynamische interacties met oncolytica beoordeeld op klinische relevantie en adviezen opgesteld [Clin Ther. 2011;33:305-14]. Interacties tussen antikankermiddelen onderling zijn buiten beschouwing gelaten. De werkgroep heeft in totaal 146 combinaties van geneesmiddelen met oncolytica onderzocht. Bij 88 combinaties hebben zij geneesmiddelinteracties gevonden, waarbij er 38 als klinisch significant zijn geclassificeerd. Dit houdt in dat het noodzakelijk is dat er bij deze combinaties een interventie plaatsvindt, zoals doseringswijziging, comedicatie aanpassen, nauwkeurig monitoren van de patiënt, of afzien van de therapie. De beoordeelde interacties zijn inmiddels opgenomen in de G-Standaard en het zakboekje 'Oncolytica-interacties 2010'.

Interacties tussen geneesmiddelen kunnen leiden tot meer ziekenhuisopnames en sterfte. Het aantal potentiële geneesmiddelinteracties met oncolytica is de afgelopen jaren gestegen, mede doordat deze middelen vaker worden voorgeschreven. Zo is in Nederland het aantal voorschriften voor orale oncolytica gestegen van 40 duizend in 2001 naar meer dan 127 duizend in 2008.

Orale oncolytische middelen worden steeds vaker buiten het ziekenhuis in een reguliere apotheek verstrekt. Dit kan medicatiebewaking bemoeilijken, bijvoorbeeld doordat de reguliere apotheek niet weet welke middelen de patiënt in het ziekenhuis toegediend krijgt.

Patiënten met kanker gebruiken ook vaak diverse andere medicijnen voor onderliggende aandoeningen of om bijwerkingen te verminderen. Dit verhoogt de kans op interacties. Vooral voor oudere kankerpatiënten is dit een probleem, omdat polyfarmacie en comorbiditeit vaker voorkomen bij deze patiënten.

De multidisciplinaire Werkgroep Oncolytica Interacties bestaat uit afgevaardigden van het Wetenschappelijk Instituut Nederlandse Apothekers van de KNMP (WINAp), de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO) en de Nederlandse Vereniging voor Klinische Farmacologie & Biofarmacie (NVKF&B).

Document acties

Back to top