Verzet industrie tegen inperking antibiotica
Veesector wil verbod op bepaalde reserveantibiotica
Het Productschap Vee en Vlees (PVV) wil gebruik van reserveantibiotica – fluorchinonolonen en de derde en vierde generatie cefalosporines – in de veesector helemaal uitbannen. Gebruik van deze middelen bij dieren zorgt ervoor dat bacteriën resistent worden tegen deze antibiotica die bij mensen een laatste redmiddel kunnen zijn.
Terughoudendheid
In een brief die dagblad Trouw in handen kreeg, gaat de Fidin hier tegenin. Er moet geen verbod komen op deze middelen, vinden de fabrikanten, een restrictief beleid bij deze middelen is voldoende. “Een verbod gaat te ver. Wij houden ons aan de WHO-richtlijnen, die een grote terughoudendheid voorschrijven bij de toediening van reserveantibiotica. Om onnodig leed bij dieren te voorkomen, is het belangrijk dat deze middelen toch beschikbaar blijven”, zegt Björn Eussen, secretaris van de Fidin.
Het streven van het PVV naar een verbod ligt in lijn met de eis die staatssecretaris Bleker van Landbouw de veesector oplegde om het antibioticagebruik voor 2012 te halveren. Haalt de veesector deze reductie niet, dan dreigt Bleker de voorschrijf- en apotheekfunctie van dierenartsen te ontkoppelen.
De KNMP deelt het standpunt van het productschap om het gebruik van bepaalde reserveantibiotica helemaal uit te bannen uit de veesector. Woordvoerder Lennart Salemink: “Uitzonderingen zijn mogelijk, zij het onder heel strikte voorwaarden.”
Ook steunt de KNMP het voornemen van staatssecretaris Bleker de voorschrijf- en apotheekfunctie van dierenartsen te ontkoppelen, mocht de veesector de afgesproken reductie niet halen. “Ontkoppeling van deze functies zorgt voor een extra check voordat antibiotica afgeleverd worden.”
Compensatie
De vraag rijst waarom de KNMP de reuring rondom antibioticagebruik in de veesector niet aangrijpt om de apotheker als leverancier van diergeneesmiddelen te profileren. Levering van diergeneesmiddelen zou apothekers enige compensatie kunnen geven voor de verliezen door het preferentiebeleid.
“Op zich een logische gedachte”, vindt KNMP-woordvoerder Salemink. “Maar diergeneesmiddelen vormen een bijzondere tak van sport. We zien weinig kansen deze ingewikkelde materie over te nemen. Kippen reageren bijvoorbeeld heel anders op antibiotica dan paarden. Bovendien zijn apotheken juist in agrarische gebieden vaak dun gezaaid.”
Salemink geeft aan dat de KNMP de handen vol heeft aan haar huidige takenpakket. Apothekers naar voren schuiven als mogelijke leveranciers van diergeneesmiddelen valt hierbuiten. “We richten ons vooral op de profilering van apothekers in de eerstelijnszorg.”
Het Productschap heeft het bij het rechte eind. Resistentie is EN een Kwantitatief En een Kwalitatief probleem. De reactie van FIDIN is volstrekt bloosloos.
Terecht wijst het productschap nu middelen aan, die ook bij mensen in reserve worden gehouden.
IGZ kwaliteitsindicatoren
42 Percentage afleveringen van derde-generatie- chinolonen