Minder autisme door foliumzuur
Dat blijkt uit Noors onderzoek dat is gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association [JAMA. 2013;309(6):570-7].
De onderzoekers gingen bij ruim 85.000 kinderen, geboren tussen 2002 en 2008, na of er een verband was tussen wel of niet gebruiken van foliumzuur en het risico op autismespectrumstoornissen (autisme, syndroom van Asperger, PDD-NOS).
In totaal stelden ze bij 270 kinderen (0,32%) een autismespectrumstoornis vast. Van hen hadden er 114 autisme, 56 het syndroom van Asperger en honderd PDD-NOS.
Autisme kwam voor bij 0,10% van de kinderen van wie de moeder foliumzuur gebruikte en bij 0,21% van wie de moeder geen foliumzuur gebruikte. Slikken van foliumzuur verlaagt dus het risico op autisme met 40%. Belangrijk is dat deze risicoreductie alleen bereikt wordt bij inname van foliumzuur tussen vier weken voor een acht weken na de bevruchting.
De onderzoekers keken ook naar een link tussen het gebruik van foliumzuur en het voorkomen van PDD-NOS en asperger. Er bleek geen verband te zijn tussen foliumzuursuppletie en PDD-NOS. In de studie kwamen te weinig kinderen naar voren met het syndroom van Asperger om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over een mogelijke link met foliumzuur.