Dosering en verdeling bij obesitas
Obesitas zorgt voor een groter hart- en vaatstelsel en een groter bloedvolume. Hierdoor is bijvoorbeeld de bloedstroom door de lever vergroot, met als gevolg een snellere afbraak van bepaalde geneesmiddelen. Ook kunnen de afwijkende lichaamsverhoudingen leiden tot een abnormale verdeling van het geneesmiddel in het lichaam. Bij obese patiënten zou eerst onderzocht moeten worden hoe het geneesmiddel zich in het lichaam verspreidt en hoe snel het middel wordt afgebroken.
Dat doet Knibbe in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein/Utrecht waar ze werkt. Na toediening van een gebruikelijke dosering worden bij de patiënt bloedmonsters afgenomen. Deze geven informatie over de opname, verdeling en afbraak van de stoffen in het lichaam. Op basis hiervan wordt de dosering van toekomstige medicatie bepaald.
Volgens Knibbe zou bij bepaalde geneesmiddelen, zoals antibiotica, ook gekeken moeten worden naar verdeling van de stoffen in de weefsels. Als voorbeeld noemt ze een onderzoek dat ze uitvoerde met cefazoline, een antibioticum tegen wondinfecties. Patiënten zonder overgewicht en extreem obese patiënten kregen de standaarddosering van dit middel. Er bleek geen verschil in concentratie geneesmiddel in het bloed. Maar de concentratie in de huid, waar wondinfecties kunnen optreden, was bij patiënten met overgewicht meer dan 30% lager dan bij niet-obese patiënten. “Het geneesmiddel met de standaarddosering heeft dus minder effect bij patiënten met overgewicht.”