MeMO-COPD-programma blijkt (kosten)effectief
Het COPD-programma van Medication Monitoring and Optimization (MeMO) werd recent geïntroduceerd in twintig openbare apotheken in Nederland. Zij selecteerden COPD-patiënten die orale corticosteroïden gebruikten met suboptimale therapietrouw en een score ≥1 op de clinical COPD questionnaire (CCQ).
88 patiënten (gemiddelde leeftijd 68 jaar, 52% man, gemiddelde CCQ-score 2,10) kregen een interventie in de apotheek. De meest uitgevoerde interventies waren: het geven van inhalatie-instructie (89%), medicatie-educatie (98%) en advies over therapietrouw (58%). Respectievelijk 9%, 45% en 16% van de patiënten werd verwezen naar een huisarts, fysiotherapeut of diëtist.
Na een jaar was de CCQ-afname 0,12 en 38% van de patiënten liet een klinisch relevante verbetering zien. Het aantal exacerbaties per patiënt per jaar was significant verlaagd (–0,82). De kwaliteit van leven veranderde echter niet. Per patiënt waren de jaarlijkse kosten voor de gezondheidszorg € 26 hoger (kosten van de interventies waren € 33), maar de totale kosten voor de gezondheidszorg kwamen € 333 lager uit.
De onderzoekers geven aan dat continue detectie van suboptimale farmacotherapie en risicofactoren door apothekers – gevolgd door multidisciplinaire interventies door apothekers, huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten – zorgt voor op maat gemaakte gezondheidszorg, in plaats van one-size-fits-all-interventies. Dit is positief voor de effectiviteit en kosteneffectiviteit van de interventies. Beperkingen van het onderzoek zijn echter het ontbreken van een controlegroep en de kleine studiegroep. De onderzoekers bevelen daarom grotere studies aan.