Paracetamol: meer risico's dan gedacht
Dat blijkt uit een systematische review die Britse onderzoekers uitvoerden onder leiding van professor Philip Conaghan van het Leeds Institute of Rheumatic and Muscoskeletal Medicine. De onderzoekers speurden de literatuur na op observationele studies naar het verband tussen mortaliteit, cardiovasculaire, gastro-intestinale of renale bijwerkingen bij volwassenen die paracetamol gebruikten. Ze vonden 1888 studies, waarvan er slechts acht voldeden aan hun inclusiecriteria.
De wetenschappers verzamelden uit deze onderzoeken gegevens over de relatie tussen paracetamolgebruik en sterfte door alle oorzaken, cardiovasculaire bijwerkingen (myocardinfarct, cerebrovasculaire incidenten en hypertensie), gastro-intestinale bijwerkingen (incidentie van bloedingen) en renale bijwerkingen (zoals reductie in glomerulaire filtratiesnelheid).
Twee studies keken naar sterfte, één daarvan vond een verband tussen aantal dagen gebruik per maand en sterfte. Het relatief risico liep op van 0,95 (BI95 0,92-0,98) tot 1,63 (BI95 1,58-1,68), afhankelijk van de blootstelling.
Vier studies die keken naar cardiovasculaire bijwerkingen toonden een relatie met de gebruiksperiode, één studie rapporteerde een toenemend relatief risico op alle cardiovasculaire bijwerkingen van 1,19 (0,81-1,75) tot 1,68 (1,10-2,57) bij respectievelijk 1-2 tabletten per week en meer dan 15 tabletten per week.
Eén studie toonde een verhoogde kans op gastro-intestinale bijwerkingen of bloedingen, afhankelijk van de gebruiksduur. Het relatief risico varieerde van 1,11 (1,04–1,18) tot 1,49 (1,34–1,66). Van de vier studies waarin werd gekeken naar renale bijwerkingen, toonden er drie een relatie met de gebruiksduur. Eén daarvan toonde een vergroot risico op meer dan 30% afname van de nierfunctie. Afhankelijk van de life time intake (variërend van 100-499 gram tot meer dan 3000 gram) nam het relatief risico hierop toe van 1,40 (0,79-2,48) tot 2,19 (1,4-3,43).
De auteurs concluderen dat het risico op ernstige bijwerkingen toeneemt naarmate paracetamol langer gebruikt wordt. Ze raden zorgverleners aan het analgetisch effect van paracetamol af te wegen tegen de risico’s. Bij aandoeningen waarbij het pijnstillend effect twijfelachtig is, zoals bij lage rugpijn, zouden artsen terughoudend moeten zijn met paracetamol.
De auteurs onderkennen dat de studieresultaten vertekend kunnen zijn, zo hebben patiënten die langdurig paracetamol slikken sowieso al vaak te kampen met aandoeningen die pijnstilling of andere medicatie nodig maken. Toch denken ze dat hun studie de stelling ondersteunt dat de risico’s van paracetamol groter zijn dan tot dusver werd aangenomen. Ze bevelen verder onderzoek hiernaar aan.