Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Spironolacton bij resistente hypertensie

PW Magazine 40/41, jaar 2015 - 01-10-2015
Toevoeging van spironolacton aan de standaardbehandeling van resistente hypertensie verlaagt de bloeddruk en is effectiever dan toevoeging van bisoprolol of doxazosine. Dit duidt er mogelijk op dat resistente hypertensie wordt veroorzaakt door een excessieve natriumretentie.

Dat schrijven B. Williams et al. in The Lancet. Aan hun PATHWAY-2-onderzoek deden 314 patiënten met resistente hypertensie mee (klinische systolische bloeddruk ≥140 mmHg en systolische bloeddruk in huis ≥ 130 mmHg). Zij werden al minimaal drie maanden behandeld met maximale doseringen van drie middelen (een ACE-remmer of angiotensine-II-antagonist en een calciumantagonist en diureticum). De patiënten werden een jaar gevolgd en kregen elke twaalf weken eenmaal daags spironolacton, bisoprolol, doxazosine of een placebo als aanvulling op de middelen die ze al gebruikten. Na twaalf weken roteerden de patiënten en kregen ze een van de andere middelen of een placebo. De dosis werd na zes weken steeds verdubbeld.

In totaal kregen 285 patiënten spironolacton, 282 doxazosine, 285 bisoprolol en 274 een placebo. 230 patiënten maakten de hele cyclus af. De gemiddelde afname in systolische bloeddruk met spironolacton was hoger dan met een placebo (–8,70 mmHg; BI95 –9,72- –7,69; P<0,0001), hoger dan het gemiddelde van doxazosine en bisoprolol (–4,26; BI95 –5,13- –3,38; P<0,0001) en hoger dan de individuele middelen (spironolacton versus doxazosine: –4,03; BI95 –5,04- –3,02; P<0,0001; spironolacton versus bisoprolol: –4,48; BI95 –5,50- –3,46; P<0,0001). Alle middelen werden goed getolereerd.

Document acties

Back to top