Bij nierinsufficiëntie meer hypoglykemie door gliclazide
In een Brits cohort bestudeerden onderzoekers uit Maastricht, Heerlen en Utrecht de relatie tussen SU’s, hypoglykemie en nierfunctie in vergelijking met metformine [BMJ 2016 jul 13;354:i3625]. Bij gebruikers van SU’s als monotherapie was de kans op hypoglykemie significant groter dan bij gebruikers van metformine als monotherapie (gecorrigeerde hazard ratio [HRa] 2,50; 95%-betrouwbaarheidsinterval [BI95] 2,23-2,82). Lag de geschatte glomerulaire filtratiesnelheid beneden 30 mL/min/1,73 m2 dan steeg de HRa naar 4,96 (BI95 3,76-6,55). De HRa nam toe van 2,03 (BI95 1,77-2,32) bij lage SU-dosering tot 3,12 (BI95 2,68-3,62) bij hoge dosering. Van alle SU’s had glibenclamide de hoogste HRa: 7,48 (BI95 4,89-11,44). Het risico bij gliclazide verschilde niet van dat bij andere SU's.
Dit real life-onderzoek onder 120.803 gebruikers van orale antidiabetica doet twijfel rijzen aan de prominente plaats van gliclazide in diverse richtlijnen, waaronder de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 uit 2013. Zeker bij nierinsufficiëntie achten de onderzoekers voorzichtigheid geboden.