Brocacef naar de rechter om besluit ACM
De ACM verleende vorige maand haar goedkeuring aan de overname van Mediq, maar Brocacef moet vanwege zijn concurrentiepositie afscheid nemen van 89 apotheken, waarvan 38 eigendoms- en 51 franchise- en partnerapotheken.
Verder stelt de mededingingsautoriteit als voorwaarde dat deze franchise- en partnerapotheken twee jaar lang niet mogen inkopen bij de groothandel van Brocacef. In een bodemprocedure vraagt Brocacef de bestuursrechter om dit zogenoemde ‘groothandelsverbod’ ongeldig te verklaren. Zo meldde Brocacef dinsdag in een brief aan haar relaties.
Volgens Peter de Jong, voorzitter van de groepsdirectie Brocacef, beperkt de ACM met het groothandelsverbod de vrije keuze voor deze apotheken om in te kopen bij een van de groothandels. “Dat kan een negatieve invloed hebben op de onderhandelings- en concurrentiepositie van de apotheek.” Ook patiënten kunnen hiervan hinder ondervinden, bijvoorbeeld op het gebied van kosten en beschikbaarheid van geneesmiddelen, aldus De Jong.
Gebrekkig onderzoek
Dat de ACM franchise- en partnerapothekers zou beschouwen als niet-concurrerend, waarmee ze gelijk worden gesteld aan een eigendomsapotheek, kwam voor Brocacef vorige maand als een complete verrassing. Brocacef stelt nu dat het groothandelsverbod is gebaseerd op "gebrekkig onderzoek" van de ACM, dat bovendien in strijd is met eerdere analyses van de mededingingsautoriteit, zoals die van de fusie tussen Lloyds en Escura Apotheken in 2010.
Voor 1 oktober verwacht Brocacef antwoord te krijgen op de vraag of het de 51 franchise- en partnerapotheken toch mag blijven beleveren.