Celecoxib: risico HVZ zelfde als ibuprofen
Nadat rofecoxib in 2004 van de markt werd gehaald wegens een toename van cardiovasculaire events, eiste de FDA een onderzoek naar de cardiovasculaire veiligheid van celecoxib. Twaalf jaar na dato zijn de resultaten van deze PRECISION-studie, gesponsord door fabrikant Pfizer, gepubliceerd [NEJM, epub 23 november 2016].
Ruim 24.000 patiënten met reumatoïde artritis of artrose en een verhoogd cardiovasculair risico die dagelijks een NSAID nodig hadden, werden dubbelblind gerandomiseerd naar celecoxib, ibuprofen of naproxen. Daarnaast kregen alle patiënten esomeprazol.
Gedurende de studie stopte 68,8% van de deelnemers met de medicatie en de uitval was met 27,4% relatief hoog, wat kan leiden tot selectiebias. De gemiddelde behandelduur was 20,3 maanden met gemiddelde dagdoseringen van 209 mg celecoxib, 852 mg naproxen en 2045 mg ibuprofen. De dosering van celecoxib was relatief laag omdat voor de indicatie artrose een maximale dosering van slechts tweemaal daags 100 mg is toegestaan.
Het primaire veiligheidseindpunt, samengesteld uit cardiovasculair overlijden, hartinfarct of beroerte, werd in de intention-to-treat-analyse bereikt bij 2,3% van de patiënten met celecoxib, 2,5% van de patiënten met naproxen en 2,7% met ibuprofen. De hazard ratio voor celecoxib versus naproxen was 0,93 (BI95 0,76-1,13) en versus ibuprofen 0,85 (BI95 0,70-1,04); p<0,001 voor non-inferioriteit in beide vergelijkingen. Het resultaat was vergelijkbaar in de on-treatment-analyse.
Het risico op gastro-intestinale events was significant lager bij celecoxib dan bij zowel naproxen (p=0,01) als ibuprofen (p=0,02). Ernstige nierproblemen traden significant vaker op bij ibuprofen.