Deel oncolytica sneller naar patiënten
De geneesmiddelen zullen worden verstrekt aan uitbehandelde kankerpatiënten. De verwachting is dat per oncolyticum enkele tientallen mensen met verschillende soorten kanker in deze studie worden opgenomen. Dertien ziekenhuizen doen mee met de studie.
Voor farmaceuten levert de studie waardevolle informatie op, omdat voor het eerst structureel door artsen wordt vastgelegd hoe de medicatie werkt bij de verschillende kankersoorten waarvoor zij niet zijn geregistreerd. Twee farmaceutische bedrijven hebben al vijf geneesmiddelen ter beschikking gesteld; met zes andere ondernemingen wordt onderhandeld.
Bij de uitvoering van de studie zijn ook ziekenhuisapothekers betrokken, zegt Alwin Huitema, klinisch farmacoloog en ziekenhuisapotheker van het Antoni van Leeuwenhoek en lid van de stuurgroep voor dit project: “De ziekenhuisapothekers zijn verantwoordelijk voor de distributie van de geneesmiddelen voor deze studie.”
De studie wordt gedaan door het Center for Personalized Cancer Therapy (CPCT), een initiatief van het Erasmus MC, het UMC Utrecht en het Antoni van Leeuwenhoek. Ze trekken op met een soortgelijke aanpak van de Amerikaanse vereniging van oncologen dat recent van de grond kwam.
De oncologen denken met deze aanpak het probleem op te lossen dat veel nieuwe oncolytica slechts voor een zeer beperkt aantal aandoeningen is geregistreerd, terwijl de specifieke dna-fout die deze middelen in tumorcellen aanpakken ook kunnen helpen voor andere kankersoorten met dezelfde dna-fout.
Met de samenwerking tussen oncologen en farmaceutische industrie kan worden uitgezocht of de medicatie effectief is bij niet-geregistreerde kankertypen. Mocht de medicatie werken bij andere typen kanker, dan zou een farmaceutisch bedrijf kunnen besluiten tot verder onderzoek en registratie. Voor kankersoorten waarbij een specifiek kenmerk op de tumor zelden voorkomt, wordt registratie nu vaak niet aangevraagd vanwege de hoge kosten van een effectiviteitstudie.