Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Nederland terughoudender dan Duitsland met nieuwe diabetesmiddelen

08-08-2016
Nederlandse huisartsen schrijven nieuwe en dure diabetesmiddelen vijfmaal minder vaak voor dan hun Duitse collega’s. Zouden ze die middelen net zoveel voorschrijven, dan zou dat Nederland 355 miljoen euro extra gekost hebben in de afgelopen vijf jaar. Dat heeft het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) berekend.
Nederland terughoudender dan Duitsland met nieuwe diabetesmiddelen

Het IVM komt met een update van een eerder onderzoek van de voorschrijfcijfers van de dipeptidylpeptidase-4-remmers (DPP-4-remmers) en de glucagon-like peptide 1-agonisten (GLP-1-agonisten) in Nederland en Duitsland, nu ze ook beschikken over gegevens van 2014. Eind 2015 vergeleek IVM ook de cijfers van deze landen en Portugal, over de periode 2010-2013. Nieuwe Portugese gegevens zijn nu niet bekend en daarom niet meegenomen.

Het aandeel van de DPP-4-remmers van alle voorschriften bloedglucoseverlagende middelen is in Nederland in 2014 (3,99%) licht gedaald vergeleken met 2013 (4,19%), terwijl het percentage in Duitsland toenam van 21,41% naar 24,15%. Het aandeel van de GLP-1-agonisten veranderde weinig, zowel in Nederland (circa 1,5% in beide jaren) als in Duitsland (circa 2,3%). De natrium-glucose-cotransporter 2-remmers (SGLT-2-remmers) heeft het IVM buiten beschouwing gelaten. Deze middelen worden in beide landen maar weinig voorgeschreven.

Dat huisartsen in Nederland de nieuwe middelen beperkt voorschrijven is conform de NHG-Standaard Diabetes Mellitus type 2 uit 2013. Het Nederlands Huisartsen Genootschap adviseert daarin om terughoudend te zijn met de DPP-4-remmers, GLP-1-agonisten en SGLT-2-remmers vanwege de kosten én omdat langetermijngegevens ontbreken.     

  

 

 

Document acties

Back to top