Radiolabel voorspelt werking infliximab

Patiënten met de auto-immuunziekte sarcoïdose die niet voldoende reageren op gewone ontstekingsremmers krijgen infliximab. Maar omdat dit geneesmiddel duur is en niet zonder risico’s heeft Vis samen met een collega-ziekenhuisapotheker en enkele longartsen onderzocht bij welke patiënten een behandeling zinvol is, meldt het Nederlands Respiratoir Samenwerkingsverband.

De resultaten zijn beschreven in het artikel ‘^99mTc-anti-tnf-α antibody for the imaging of disease activity in pulmonary sarcoidosis’, dat is gepubliceerd in de European Respiratory Journal.

Parameters

In het onderzoek kregen tien sarcoïdosepatiënten die nog vroeg in het behandeltraject zaten een kleine dosis van 150 microgram infliximab, met daaraan gekoppeld de radioactieve stof technetium 99. Bij een deel van de patiënten bleek de radioactiviteit zich op te hopen in de lymfeklieren en bij de longen. Roeland Vis: “Dat waren de patiënten met de slechtste longfunctie en met verhoogde ontstekingsparameters in het bloed. Waarschijnlijk laat ophoping van radioactiviteit zien dat er inderdaad TNF-alfa actief is, waarop het geneesmiddel kan aangrijpen.”

Volgens Vis dient de studie herhaald te worden bij patiënten met een moeilijk behandelbare sarcoïdose die daadwerkelijk een behandeling gaan krijgen met infliximab, om te zien of het gelabelde geneesmiddel de effectiviteit van de therapie kan voorspellen. “Als we dan ook een verschil kunnen meten tussen patiënten met en patiënten zonder actieve TNF-alfa, dan kunnen artsen het dure infliximab veel gerichter en efficiënter voorschrijven.”