Uracildrankje voorspelt toxiciteit fluorouracil
Ongeveer 10% tot 30% van de patiënten die in aanmerking komen voor fluorouracil (5-FU) en capecitabine ontwikkelen extreme toxiciteit, zoals hevige diarree. Deze bijwerkingen worden deels veroorzaakt door een verminderde werking van het lichaamseigen eiwit dihydropyrimidinedehydrogenase (DPD), dat een belangrijke rol speelt bij de afbraak van fluorouracil.
Om vast te stellen of sprake is van DPD-deficiëntie ontwikkelde Van Staveren, die twee weken geleden promoveerde aan de Universiteit Leiden, een fenotyperende test waarbij de patiënt een drankje krijgt met uracil, een lichaamseigen stof die ook door DPD wordt afgebroken. “We nemen één en twee uur later bloed af om de hoeveelheid uracil te bepalen. Bij een lage DPD-activiteit krijgt de patiënt een lagere dosis fluorouracil of capecitabine”, vertelt Van Staveren, die werkt bij de Treant Zorggroep. In twee van de drie Treant-ziekenhuizen wordt de uraciltest al toegepast.
Richtlijnen
In vergelijking met genotypering is deze nieuwe test bewerkelijker omdat patiënten extra naar het ziekenhuis moeten komen. “Maar de uraciltest is minstens zo gevoelig en ook geschikt voor alle tumortypen en -stadia en mogelijk kosteneffectief, want een IC-opname kost tienduizenden euro’s.”
Om onnodig leed te besparen bij een behandeling met fluorouracil of capecitabine moet het standaard testen op de verminderde werking van DPD – door feno- of genotypering – in de richtlijnen worden opgenomen, stelt Van Staveren. “Hopelijk komt hierover snel consensus. Mijn advies is zo snel mogelijk te gaan fenotyperen.”
Van uracil is nog geen commercieel preparaat op de markt, maar de testprotocollen zijn vrij beschikbaar bij Van Staveren.