Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Beperkt bewijs voor duizeligheid als bijwerking

PW27/28 - 07-07-2017
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) adviseert geen geneesmiddelen tegen duizeligheid, ook niet bij de ziekte van Ménière. Anti-emetica wel, indien tevens sprake is van misselijkheid of braken. Aanpassen of switchen van medicatie kan gewenst zijn als de klachten mogelijk daarmee samenhangen. Dat staat in de herziene NHG-Standaard Duizeligheid die deze week is gepubliceerd in Huisarts & Wetenschap.
Beperkt bewijs voor duizeligheid als bijwerking

Geneesmiddelen worden vooral bij ouderen in verband gebracht met duizeligheidsklachten (in een kwart van de gevallen). Maar het bewijs dat geneesmiddelen (draai)duizeligheid veroorzaken is volgens het NHG voor de meeste beperkt. Middelen waarbij duizeligheid vaak (>10%) is gemeld zijn: buprenorfine, hydromorfon, tramadol, enalapril, candesartan, topiramaat, (ox)carbamazepine, gabapentine, venlafaxine en scopolamine.

Bij orthostatische klachten kan het helpen om het verdachte geneesmiddel beter te spreiden over de dag, de dosis aan te passen of op een andere bloeddrukverlager over te stappen. Thiazidediuretica geven mogelijk meer orthostatische hypotensie dan ACE-remmers.

Document acties

gearchiveerd onder: Duizeligheid, Standaarden, NHG
Back to top