Beperkt bewijs voor duizeligheid als bijwerking
Geneesmiddelen worden vooral bij ouderen in verband gebracht met duizeligheidsklachten (in een kwart van de gevallen). Maar het bewijs dat geneesmiddelen (draai)duizeligheid veroorzaken is volgens het NHG voor de meeste beperkt. Middelen waarbij duizeligheid vaak (>10%) is gemeld zijn: buprenorfine, hydromorfon, tramadol, enalapril, candesartan, topiramaat, (ox)carbamazepine, gabapentine, venlafaxine en scopolamine.
Bij orthostatische klachten kan het helpen om het verdachte geneesmiddel beter te spreiden over de dag, de dosis aan te passen of op een andere bloeddrukverlager over te stappen. Thiazidediuretica geven mogelijk meer orthostatische hypotensie dan ACE-remmers.