NHG: nog te vaak antibiotica bij ooginfectie
En dat geldt ook voor het aandeel fusidinezuur. Dat beslaat nog steeds ruim een derde van het aantal voorschriften, terwijl dit middel ook in de vorige versie niet meer werd geadviseerd.
Complicaties
Een ‘gewone’ conjunctivitis – als geen sprake is van alarmsymptomen of trauma, of een infectie door het herpes simplex-virus of een soa – behoeft namelijk zelden een medicamenteuze behandeling. Het eerstekeuzemiddel chlooramfenicol is alleen geïndiceerd bij patiënten met een verhoogd risico op complicaties, zoals patiënten met een verminderde afweer of die net een oogoperatie hebben ondergaan. Ook wanneer de conjunctivitis langer dan twee weken aanhoudt, kan soms een lokaal antibioticum nodig zijn. Het NHG maakt overigens geen onderscheid meer tussen een virale en bacteriële ooginfectie.
Patiënten bij wie een lokaal antibioticum niet is geïndiceerd, kunnen ter verzachting indifferente oogdruppels of ooggel gebruiken. Deze middelen hebben daarnaast een plek bij het beleid bij droge ogen en episcleritis, dat ook aan bod komt in de standaard. Net als de behandeling van allergische conjunctivitis, traumatische oogaandoeningen, keratitis en blefaritis. Hierbij adviseert het NHG nu een extra stap: verwarm het ooglid voortaan eerst met kompressen, alvorens het te masseren en schoon te maken met wattenstokjes.
Contactlenzen
Verder moeten huisartsen patiënten stimuleren om het gebruik van contactlenzen aan hun apotheker door te geven. Die kan dat als contra-indicatie invoeren en gericht adviseren bij gebruik van oogmedicatie. (CR)