NHG: therapie acne hangt af van de ernst
Bij milde acne start de huisarts nog steeds met benzoylperoxide of een lokaal retinoïde en switcht hij bij onvoldoende effect. Maar bij een matige tot ernstige vorm adviseert het NHG voortaan om naast deze therapie gelijk lokaal clindamycine of erytromycine te geven; en bij ernstige acne direct oraal doxycycline ernaast. Voor gebruik van zowel de lokale als orale antibiotica adviseert de werkgroep overigens maximaal drie maanden in plaats van zes. Verder worden de retinoïden adapaleen en tretinoïne nu als gelijkwaardig beschouwd. Hiervoor had tretinoïne nog de voorkeur omdat daarmee meer ervaring was opgedaan.
Als de initiële therapie onvoldoende helpt, kan de huisarts er ook bij mild acne een lokaal antibioticum bij geven en bij milde tot ernstige acne overstappen van een lokaal naar een oraal antibioticum. Overstappen op oraal isotretinoïne is de laatste stap bij ernstige acne, waarbij de lokale therapie vervalt. De huisarts mag dit zelf voorschrijven – volgens het zwangerschapspreventieprogramma – of kan de patiënt verwijzen naar de dermatoloog.