Voor astma en COPD vaak combinatiepreparaat
Bij 8% van de nieuwe patiënten is deze combinatie de eerst voorgeschreven stap na het stellen van de diagnose, zelfs nog voor kortwerkende luchtwegverwijders. Terwijl de richtlijnen juist een stapsgewijze benadering adviseren.
Huisartsen zetten direct beide geneesmiddelgroepen in als de ernst van de klachten van de patiënt daartoe aanleiding geeft.
Van de COPD-patiënten gebruikt bijna de helft een inhalatiecorticosteroïd. Deze middelen kunnen het aantal astma-aanvallen verminderen, maar hebben het nadeel dat ze de kans op longontsteking vergroten. Daarom hebben ze maar een beperkte plaats in de richtlijnen voor de behandeling van COPD.
Therapieontrouw
Verder blijkt uit het onderzoek dat veel gebruikers stoppen met geneesmiddelen voor astma of COPD: 28% in het eerste jaar en nog eens 39% daarna. Huisartsen komen regelmatig onjuist gebruik van inhalatoren tegen bij hun patiënten.
Het onderzoek is gebaseerd op voorschrijfgegevens van huisartsen die deelnemen aan NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Daarnaast werden huisartsen, praktijkondersteuners en praktijkverpleegkundigen uit veertien huisartspraktijken geïnterviewd en verrichtten de onderzoekers dossier- en literatuuronderzoeken.