Taakstraf voor apotheker om valse declaraties

De Rechtbank Rotterdam veroordeelt het bedrijf tot een geldboete van € 250.000. De zoon van de apotheker, mede-eigenaar van VAL, is vrijgesproken.

Het Openbaar Ministerie (OM) had zowel voor de eigenaar als zijn zoon een gevangenisstraf geëist van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Voor het bedrijf eiste het OM een boete van € 800.000.

Volgens de rechtbank heeft VAL zich schuldig gemaakt aan het opmaken van zo’n 3,6 miljoen valse declaraties, waarop andere artikelnummers van geneesmiddelen stonden vermeld dan de nummers van de geneesmiddelen die werden verstrekt. Deze declaraties werden ingediend bij zorgverzekeraars VGZ, CZ en Zilveren Kruis.

Door een aanpassing in de software van het declaratiesysteem wilde de verdachte het preferentiebeleid naar zijn eigen hand zetten.

De rechtbank legt een lagere straf op dan geëist door de officier van justitie omdat niet bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Daarvoor moet er een oorzakelijk verband zijn tussen de foutieve inhoud van de declaraties en de beslissing van de zorgverzekeraar om de declaraties uit te betalen – de inhoud van de declaraties werd pas na betaling gecontroleerd.

Daarnaast kan de rechtbank niet vaststellen of de zorgverzekeraars schade hebben geleden als gevolg van de valse declaraties. Er zijn niet-preferente geneesmiddelen geleverd. Ook is de schaal van het financieel voordeel van de verdachte en VAL niet bekend.

Wel is het aannemelijk dat de verdachte enig financieel voordeel heeft gehad en dat de onjuiste declaraties inkoopvoordelen hebben opgeleverd, daarom vindt de rechter een forse taakstraf passend.

De voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar met een proeftijd van twee jaar moet de verdachte ervan weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.