Drogisterijen maken bezwaar bij IGJ over Albert Heijn

De verkoop in de supermarkten van Albert Heijn (AH) van geneesmiddelen die vallen onder de UAD-categorie – uitsluitend geschikt voor verkoop door apotheek en drogist – voldoet volgens het CBD niet aan de wettelijke eis van verantwoorde zorg.

In de winkels van Albert Heijn liggen de UAD-geneesmiddelen in het schap en klanten kunnen via een beeldscherm met telefoon advies vragen aan een drogist op afstand. 

Volgens de koepelorganisatie voor de drogisterijbranche is wijzen op de mogelijkheid advies te vragen onvoldoende, want voor goede zorg is het noodzakelijk actief na te gaan of een klant behoefte heeft aan advies.

IGJ heeft afgelopen februari aan het Pharmaceutisch Weekblad laten weten dat ook AH moet voldoen aan de wettelijke vereisten voor verantwoorde zorg. Dat betekent onder meer dat een (assistent-drogist) beschikbaar moet zijn voor vragen van klanten.

Ook moet elk verkooppunt een drogist in dienst hebben die toezicht houdt op de geneesmiddelenverkoop en daar ook verantwoordelijk voor is.

Het CBD meldt eind vorig jaar naar aanleiding van de werkwijze van AH een handhavingsverzoek te hebben ingediend bij IGJ, die vervolgens enkele AH-winkels heeft geïnspecteerd.

Toezicht

De drogist op afstand wordt toegestaan door de Inspectie mits de patiënt de mogelijkheid heeft in direct contact te staan met een (assistent-)drogist gedurende alle openingstijden van de winkel. Het is volgens IGJ geen verplichting om bij de klant na te gaan of er behoefte is aan advies; een bordje met verwijzing is voldoende.

Hiertegen maakt de koepelorganisatie voor drogisterijen bezwaar omdat IGJ niet gekeken zou hebben of de drogist daadwerkelijk toezicht heeft gehouden in de supermarkt. Ook vraagt het CBD zich af of in de winkels van AH wel in de gaten wordt gehouden met hoeveel verpakkingen diclofenac klanten de winkel verlaten.

Als onderdeel van het bezwaar heeft het CBD de Inspectie opnieuw verzocht handhavend op te treden. In een reactie laat IGJ desgevraagd weten hierover lopende de bezwaarprocedure geen uitspraken te doen.