Geïntegreerde zorg voorkomt achteruitgang ouderen niet

Toch heeft geïntegreerde zorg wel zin, maar dan moeten zorgverleners zich veel bewuster zijn van de grote diversiteit tussen ouderen. Ook is belangrijk preventie bij ouderen gerichter in te zetten voordat functionele achteruitgang ontstaat, concludeert Ruikes, die gisteren promoveerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Verder moet volgens Ruikes de nadruk komen te liggen op het behoud van sociale participatie en andere zaken die voor ouderen zelf van belang zijn en hun kwaliteit van leven bepalen. Daarvoor moeten zorgverleners meer en beter samenwerken met informele hulpverleners op het gebied van welzijn en wonen.

Ruikes en haar onderzoeksteam ontwikkelden het geïntegreerd eerstelijns ouderenzorgprogramma CareWell, waarin teams van onder meer huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en wijkverpleegkundigen proactieve zorg leveren aan thuiswonende kwetsbare ouderen.

Om het effect te onderzoeken van CareWell volgde Ruikes gedurende twaalf maanden 287 ouderen in zes huisartsenpraktijken die zorg kregen volgens dit programma, en 249 ouderen uit zes andere huisartsenpraktijken die ‘gebruikelijke zorg’ kregen.

Tegen de verwachting in bleek dat er geen verschil was in functionele achteruitgang tussen beide groepen. Mogelijk was het leveren van zorg volgens CareWell zelfs duurder. Geïntegreerde zorgprogramma’s van ander universitair medische centra kwamen volgens Ruikes met vergelijkbare resultaten.