IGJ: verkoop medicatie Albert Heijn is toegestaan
In een petitie heeft het IVM eerder deze week artsen, apothekers en patiënten opgeroepen te tekenen tegen de verkoop van diclofenac en naproxen door Albert Heijn. Deze risicovolle geneesmiddelen behoren volgens het IVM niet voor niets tot de categorie UAD: Uitsluitend verkoop door Apotheek of Drogist. Voorlichting zou daarom gegeven moeten worden door een gediplomeerde assistent-drogist, drogist of apothekersassistent.
De IGJ laat desgevraagd weten dat elke verkoper van UAD-geneesmiddelen moet voldoen aan de wettelijke vereisten voor verantwoorde zorg; dat geldt ook voor Albert Heijn. Dat betekent onder meer dat er een (assistent-)drogist beschikbaar moet zijn voor vragen van klanten.
In een reactie aan tv-programma EenVandaag heeft Albert Heijn laten weten klanten voor te lichten via een tablet in het schap. Klanten kunnen daarmee ook via een audio- of videoverbinding advies vragen aan een gediplomeerde assistent-drogist.
Verder benadrukt de Inspectie dat elk verkooppunt een drogist in dienst moet hebben die toezicht houdt op de geneesmiddelenverkoop en daar ook verantwoordelijk voor is. Of een verkooppunt voldoet aan de wettelijke vereisten van verantwoorde zorg kan alleen van geval tot geval bepaald worden.
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), dat bepaalt waar geneesmiddelen verkocht mogen worden, meldt in reactie op de IVM-petitie dat wanneer Albert Heijn beschikt over gediplomeerde (assistent-)drogisten de verkoop van UAD-geneesmiddelen is toegestaan.
Het CBG gaat ervan uit dat wanneer de betrokken winkels UAD-geneesmiddelen verkopen zij voldoen aan alle eisen die de wet aan een drogist stelt. De IGJ ziet toe dat Albert Heijn de wettelijke eisen ook naleeft, aldus het CBG.