Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Licht overgewicht soms gunstig voor vaten

PW03 - 18-01-2018
Patiënten met stabiele cerebrovasculaire aandoeningen (SCVD) zijn het beste af met een body mass index (BMI) tussen 27 en 28 kg/m2, een tailleomvang van 84 cm (vrouwen) dan wel 95 cm (mannen) en een zo laag mogelijke verhouding van visceraal en abdominaal vet.
Licht overgewicht soms gunstig voor vaten

Jaspers et al. zochten een verklaring voor de ‘obesitas-paradox’: de associatie van hoge BMI met betere overlevingscijfers bij cardiovasculaire (inclusief cerebrovasculaire) aandoeningen. De BMI maakt echter geen onderscheid tussen abdominaal vet (appelvorm) en gluteaal-femoraal vet (peervorm). Abdominaal vet houdt verband met hypertensie.

De onderzoekers waren benieuwd of er bij SCVD-patiënten niet-lineaire verbanden bestaan tussen enerzijds BMI, tailleomvang en verhouding visceraal/abdominaal vet en anderzijds vasculaire ziekte, kanker en totale sterfte. Zij volgden 1767 patiënten prospectief gedurende mediaan 6,8 jaar; deze waren gemiddeld 59 jaar oud (SD 11) en hadden een gemiddelde BMI van 26 kg/m2 (SD 4).

Ze vonden U-vormige curves voor de invloed van de BMI. Bij 25-30 kg/m2 waren de kans op kanker en de totale sterfte kleiner dan bij 18,5-25 kg/m2 en ook kleiner dan bij > 30 kg/m2. De kans op vasculaire gebeurtenissen was het kleinst bij 27,5 kg/m2 (95%-BI 14,3-36,7), die op vasculaire mortaliteit bij 27,1 kg/m2 (95%-BI 21,9-29,3) en die op kankerincidentie bij 28,1 kg/m2 (95%-BI 19,0-38,2); de totale mortaliteit was het laagst bij 28,0 kg/m2 (95%-BI 26,3-29,2).

Ook vonden ze een niet-lineair verband tussen tailleomvang en totale sterfte, met voor mannen een laagste waarde bij 94,8 cm (95%-BI 80,3-100,1) en bij vrouwen van 84,0 cm (95%-BI 18,7-134,8). Het aandeel visceraal vet correleerde lineair met vasculaire mortaliteit (hazard ratio [HR] 1,23; 95%-BI 1,00-1,51) en totale mortaliteit (HR 1,22; 95%-BI 1,05-1,42).

De onderzoekers menen dat de traditionele BMI-afkapwaarden toe zijn aan herevaluatie maar dat abdominale obesitas hoe dan ook vermeden moet worden. [Int J Obes (Lond). 2017;41(12):1775-1781.]

Document acties

Back to top