MammaPrint niet in basispakket door kans op uitzaaiingen
De MammaPrint – een prognostische test die in kaart brengt of iemand met borstkanker een hoog of laag risico heeft op uitzaaiingen – leidt volgens het Zorginstituut Nederland niet aantoonbaar tot gezondheidswinst, in vergelijking met de huidige manier waarop bepaald wordt of een patiënt chemotherapie nodig heeft. De uitkomsten van deze genetische test zijn te onzeker om vrouwen met borstkanker gefundeerd van chemotherapie te laten afzien.
Het Zorginstituut onderzocht de uitkomsten van de internationale MINDACT-studie, die het klinisch nut van deze test wilde aantonen. Uit de resultaten blijkt dat na vijf jaar 94% van de MammaPrint-patiënten en 96,5% van de andere patiënten nog in leven waren zonder uitzaaiingen op afstand, een verschil van gemiddeld 2,5%.
Omdat er volgens het Zorginstituut veel onzekerheid bestaat over deze gegevens kan het in het meest ongunstige geval zelfs gaan om een verschil van 5,3%. Dit is voor het Zorginstituut een zwaarwegend argument bij de beoordeling: het weglaten van chemotherapie op basis van de MammaPrint leidt mogelijk tot een toename van uitzaaiingen en daarmee tot sterfte.
De MammaPrint werd ruim tien jaar geleden geïntroduceerd met als doel te voorspellen voor welke vrouwen chemotherapie nodig is. In 2010 bracht het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) een negatief standpunt uit over de MammaPrint omdat het bewijs voor klinisch nut ontbrak.
Voor advies over het al dan niet ondergaan van chemotherapie blijft de Adjuvant! Online de standaardtest. Ook behandelaren hebben dat aangegeven in hun recente richtlijn, aldus het Zorginstituut.