Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

Toezicht reclame voor medicatie is solide

PW13 - 19-03-2018
Wetgeving en zelfregulering bij reclame voor receptplichtige geneesmiddelen gericht op voorschrijvers en apothekers zijn functioneel en solide. Dat concludeert Mirjam de Bruin in haar promotieonderzoek.
Toezicht reclame voor medicatie is solide

 

De Europese wetgeving van reclame voor receptplichtige medicatie is in Nederland langs twee wegen uitgewerkt: de Geneesmiddelenwet en de Gedragscode voor geneesmiddelenreclame, ofwel de zelfregulering. Volgens De Bruin, die vorige week haar proefschrift verdedigde aan de Universiteit van Amsterdam, vullen wetgeving en zelfregulering elkaar goed aan. Ook zijn in Nederland de Europese eisen goed uitgewerkt en zijn de normen streng.

De promovenda erkent het maatschappelijk onbehagen dat zo nu en dan de kop opsteekt over de beïnvloeding van voorschrijvers door de farmaceutische industrie. Daartegenover stelt zij dat er nauwelijks onderzoek is gedaan naar de regulering voor geneesmiddelenreclame. Zelf concludeert De Bruin dat de zelfregulering bij het toezicht op geneesmiddelenreclame van grote toegevoegde waarde is.

Voor haar onderzoek heeft de promovenda alle boetebesluiten van de minister van Volksgezondheid en de uitspraken van de zelfregulering onderzocht. Het blijkt dat 38% van de boetebesluiten gericht is aan een vergunninghouder of fabrikant van een geneesmiddel. De meeste besluiten (46%) zijn gericht aan commerciële aanbieders van geneesmiddelen.

Het merendeel van de door de Inspectie geconstateerde overtredingen heeft betrekking op reclame (84%). Hierbij gaat het in 75% van de gevallen om overtreding van het verbod op reclame voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend en het verbod op publieksreclame voor receptgeneesmiddelen.

Opvallend is verder het relatief beperkte aantal beboete overtredingen van het verbod op het gunstbetoon, aldus De Bruin.

 

 

 

Document acties

Back to top