Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

Navigatie

DOAC's beperkt bij antifosfolipidensyndroom

PW22/23 - 30-05-2019
Direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’s) worden niet langer aanbevolen bij patiënten met het antifosfolipidensyndroom die eerder een trombose hadden. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) adviseert bij deze patiënten omzetting naar een vitamine K-antagonist te overwegen.
DOAC's beperkt bij antifosfolipidensyndroom

Genoemde patiëntengroep loopt een groter risico op vorming van nieuwe tromboses wanneer ze de DOAC rivaroxaban (Xarelto) gebruiken vergeleken met de vitamine K-antagonist warfarine. Ook apixaban (Eliquis), edoxaban (Lixiana) en dabigatran (Pradaxa) kunnen mogelijk dit verhoogde risico teweegbrengen.

Patiënten die lijden aan de auto-immuunziekte antifosfolipidensyndroom hebben een hogere kans op tromboses en worden daarvoor meestal behandeld met een antistollingsmiddel. De vergunninghouders van bovengenoemde geneesmiddelen hebben, in overleg met het CBG en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) verstuurd met daarin de belangrijkste risico-informatie. Deze DHPC is gestuurd aan apothekers en artsen van de verschillende betrokken specialismen, onder wie huisartsen, cardiologen en hematologen.

Document acties

gearchiveerd onder: CBG, DOAC's
Back to top