NHG scherpt gebruik en afbouw SSRI's aan
Praktische handvatten voor het afbouwen van SSRI’s zijn eveneens aan beide – deels geactualiseerde – richtlijnen toegevoegd conform het multidisciplinaire document Afbouwen SSRI’s & SNRI’s (2018).
Huisartsen dienen bij jongvolwassenen eerst een inschatting te maken van het suïciderisico, eventueel samen met een psychiater. Gaan ze over tot het voorschrijven van een SSRI, dan luidt het advies: start met de helft van de normale dosering. Verder adviseert het NHG frequente controleafspraken, zeker wekelijks gedurende de eerste maand.
Voor het afbouwen van SSRI’s zijn voor citalopram, paroxetine en sertraline schema’s opgenomen om geleidelijk te kunnen minderen. Dit is geïndiceerd bij patiënten met een hoog risico op het optreden van onttrekkingsverschijnselen. Tot deze groep behoren degenen die tijdens de behandeling een hogere dosering nodig hadden, klachten kregen wanneer ze een dosis oversloegen of bij wie eerdere stoppogingen mislukten. Voor een geleidelijker afbouwschema kan ook gekozen worden als patiënten die volgens het ‘normale’ schema minderen, last krijgen van ernstige onttrekkingsverschijnselen.
Patiënten die geen hoog risico hebben op onttrekkingsverschijnselen adviseert het NHG om in minimaal twee tot vier weken af te bouwen tot de laagste effectieve dosis, deze vervolgens te halveren en na twee tot vier weken het gebruik volledig te staken. Om de dag doseren wordt afgeraden omdat hierdoor grote veranderingen optreden in de plasmaconcentratie en de kans op klachten toeneemt.
Het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) heeft de inhoud van de FTO-modules Depressie en Angst eveneens geüpdatet. De aparte FTO-module Afbouwen antidepressiva gaat dieper in op de onttrekkingsverschijnselen: van herkennen tot voorkomen.