NZa: verplicht fysiek contact tussen arts en patiënt op poli vervalt
Nu leidt de face-to-face-eis ertoe dat patiënten soms onnodig naar de polikliniek komen voor een gesprek met de arts, terwijl een digitaal consult ook kan volstaan, aldus de NZa. In gevallen waar dat nodig is, blijft het systeem van diagnosebehandelcombinaties (DBC’s) bestaan van een fysiek consult tussen arts en patiënt.
In de huidige regels is het fysieke face-to-face-contact tussen patiënt en zorgverlener (met poortfunctie) aan het begin van een zorgtraject een belangrijke voorwaarde om de zorg vergoed te krijgen. Deze regel voerde de zorgautoriteit enkele jaren geleden door op verzoek van veldpartijen, om te garanderen dat een arts een zorgvuldige diagnose en behandeling vaststelt.
Met de huidige digitale toepassingen is deze afspraak niet meer van deze tijd. In sommige gevallen is het volgens de NZa juist in het belang van de patiënt om het gesprek met de arts via telefoon of e-mail te voeren – dit bespaart de patiënt reistijd en energie. Daarnaast is het niet altijd noodzakelijk dat het per se de arts is die het gesprek met de patiënt voert.
Eerste en tweede lijn
Door het opheffen van de regel kunnen ook andere zorgprofessionals de benodigde zorg leveren aan de patiënt. Onderlinge dienstverlening kan bijvoorbeeld ook plaatsvinden tussen zorgaanbieders uit de eerste lijn en tweede lijn. Met deze maatregel zegt de NZa bij te dragen aan de juiste zorg op de juiste plek: zorg in de eerste lijn als het kan en alleen in de tweede lijn als het moet.