Patiënten vertrouwen eigen geneesmiddelen
De meeste burgers noemen de werking van geneesmiddelen als factor die van grote invloed is op hun vertrouwen, gevolgd door goede informatievoorziening door de arts of apotheker, bijwerkingen, een anderstalige verpakking en het wisselen van medicijnen, concluderen de onderzoekers op basis van een vragenlijst die is ingevuld door 753 leden van het Nivel Consumentenpanel Gezondheidszorg. De resultaten zijn volgens het Nivel representatief voor de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder voor leeftijd en geslacht, maar de panelleden zijn relatief hoger opgeleid en mensen met een migratieachtergrond zijn ondervertegenwoordigd.
Het grote vertrouwen in de eigen medicatie kan komen door de bekendheid en ervaring met de (goede) werking en de bijwerkingen, twee aspecten die volgens de meeste respondenten van grote invloed zijn. Geneesmiddelen die via internet zijn gekocht krijgen met een 4,6 het laagste vertrouwen.
Respondenten die gewisseld zijn van medicijn of hebben ervaren dat hun vertrouwde medicijn niet direct beschikbaar was, geven iets lagere cijfers aan hun vertrouwen in de medicijnen die zij zelf gebruiken en generieken dan respondenten die deze ervaring niet hebben. Kleur, smaak en vorm blijken relatief weinig van invloed.
Volgens een derde van de burgers hebben de media redelijk tot veel invloed op hun vertrouwen in geneesmiddelen. Toch lijkt het erop, volgens het Nivel, dat de vele negatieve berichten het vertrouwen niet sterk hebben aangetast.
Zorgverleners
Ruim driekwart van de burgers heeft vertrouwen in de medicijnvoorziening en dan met name in het onderzoek naar werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit en de eisen voor toelating tot de markt. Toch heeft een kwart weinig vertrouwen in de controle op de beschikbaarheid van medicijnen. Daarnaast geeft bijna een derde van de respondenten aan weinig vertrouwen te hebben dat het best passende geneesmiddel wordt voorgeschreven.
Het vertrouwen in zorgverleners als bron van informatie over medicijnen is het grootst bij medisch specialisten en huisartsen (95%), gevolgd door de apotheek (87%), de verpleegkundige in het ziekenhuis (83%), de bijsluiter (71%) en de praktijkondersteuner van de huisarts (68%). Opvallend is volgens het Nivel dat het vertrouwen in informatie verstrekt door de drogist vrij laag is: slechts een derde van de burgers heeft hierin veel vertrouwen.
Betere medicijninformatie
Dat de goede werking van grote invloed blijkt op het vertrouwen in geneesmiddelen is voor het CBG aanleiding om deze ‘gunstige effecten’ meer onder de aandacht te brengen. De geneesmiddelenautoriteit heeft een prototype gemaakt van een compacte en meer visuele vorm van medicijninformatie, die naast de bijsluiter kan bestaan. Samen met andere organisaties gaat het CBG dit verder ontwikkelen.