Wetswijzing: tuchtrechter kan beroepsverbod opleggen
Als gevolg van de wijziging in de Wet BIG, die per 1 juli 2019 ingaat, wordt het beroepsverbod het zwaarste middel dat een tuchtrechter kan opleggen, bijvoorbeeld als een zorgverlener een ernstig zeden-, gewelds- of levensdelict heeft gepleegd .
Ook kan het tuchtrecht voortaan van toepassing zijn op het gedrag van een BIG-geregistreerde in een ander beroep dan het BIG-beroep, of in zijn privéleven. Het gaat dan om ernstig gedrag dat niet past bij de beroepsuitoefening.
Verder krijgt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) de mogelijkheid om in bijzondere gevallen een beroepsbeoefenaar in afwachting van het oordeel van tuchtrechter direct op non-actief te stellen.
Handelingen zoals injecteren of chirurgische ingrepen mogen door de wetswijzing voortaan alleen gedaan worden door artsen die geregistreerd staan in het BIG-register, ongeacht of een behandeling met een medisch of cosmetisch doel plaatsvindt. Hierdoor kan er, volgens het ministerie van Volksgezondheid, geen misverstand meer over bestaan dat niet alleen medische, maar ook cosmetische ingrepen onder het tuchtrecht vallen en dat de betreffende zorgverleners moeten voldoen aan de Wet BIG.
Ten slotte kunnen patiënten die een tuchtklacht willen indienen vanaf nu gebruikmaken van de ondersteuning van een tuchtklachtfunctionaris, die de klager adviseert over het formuleren en indienen van een tuchtklacht.