Bruins verlaagt vergoedingen geneesmiddelen
Een aantal merkgeneesmiddelen is nog relatief duur, waardoor onnodig hoge prijzen worden vergoed. Dat komt doordat vergoedingslimieten binnen het Geneesmiddelmiddelenvergoedingssysteem (GVS) nog zijn gebaseerd op de geneesmiddelprijzen van 1998. Doel van deze limieten voor onderling vervangbare geneesmiddelen is het stimuleren van prijsconcurrentie tussen fabrikanten.
Verlagen fabrikanten hun prijzen niet of deels door de nieuwe vergoedingsregels van Bruins, dan kunnen patiënten te maken krijgen met een bijbetaling. Zij kunnen er dan voor kiezen te wisselen naar een vergelijkbaar alternatief zonder bijbetaling binnen het GVS-cluster van onderling vervangbare geneesmiddelen. Bruins garandeert dat elk cluster binnen het gemoderniseerde vergoedingssysteem tenminste één geneesmiddel heeft zonder bijbetaling.
Medische noodzaak
In uitzonderlijke gevallen kan een patiënt vanwege medische noodzaak alleen gebruikmaken van een medicijn met een bijbetaling. Voor die patiënten heeft de minister een vangnet gecreëerd zodat niet zij opdraaien voor de bijbetaling, maar de zorgverzekeraar.
Vorig jaar moesten 2,1 miljoen patiënten bijbetalen. Als in het uiterste scenario fabrikanten niet zakken met hun prijzen, patiënten niet overstappen naar een medicijn zonder bijbetaling en er geen vangnet zou zijn, dan zijn er naar verwachting zes miljoen patiënten die moeten bijbetalen. Voor bijbetalingen geldt voor elke patiënt tot en met 2021 een maximum van € 250 per jaar.