CBS: 26.000 zorgverleners zijn niet aan het werk
Verpleegkundigen en artsen van wie de BIG-registratie is verlopen per 1 januari 2018, mogen sinds maart 2020 weer aan de slag in de zorg. Met deze maatregel hoopt de overheid dat zorgverleners hun beroep oppakken en gaan assisteren in de door COVID-19 overbelaste zorg.
Eind 2018 stonden 348.000 zorgverleners in het BIG-register. Vanwege onder andere pensionering, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid waren 17.600 verpleegkundigen (68%) en 3.900 artsen (15%) niet werkzaam. Het aandeel verpleegkundigen dat niet werkte was in in dat jaar met 8,4% het hoogst van alle BIG-geregistreerde beroepen, gevolgd door fysiotherapeuten (6,7%).
Geregistreerde artsen waren naar verhouding minder vaak niet werkzaam dan de meeste andere bevoegde zorgverleners. 4.500 apothekers werkten in de zorg, 600 buiten de zorg en 300 waren niet werkzaam.
Ruim driekwart van de niet werkzame verpleegkundigen was 55 jaar of ouder in 2018. Dit zijn deels personen in de pensioengerechtigde leeftijd, waarvan normaliter een deel wegvalt uit het BIG-register bij een volgende herregistratie.
Arbeidsongeschiktheid
Niet werkzame artsen zijn relatief vaker jonger: 43% van hen was 45 jaar of jonger. Dit is grotendeels het effect van de herregistratie van (basis)artsen begin 2018. In 2017 was dat aandeel 10%. Van het totaal aantal artsen was 4,5% niet werkzaam in 2018. Onder verpleegkundigen was dit aandeel 2,9%.
Volgens het CBS zal een deel van de niet werkzame zorgverleners niet kunnen terugkeren in hun oude beroep door onder meer arbeidsongeschiktheid; in 2018 had 10% van de niet werkzame artsen een arbeidsongeschiktheidsuitkering als voornaamste inkomensbron.