Chronische patiënt ontvangt vaker informele zorg
De toename van informele zorg en ondersteuning is in lijn met het overheidsbeleid dat gericht is op ‘de goede zorg voor iedereen op de juiste plek en op het juiste moment’, waarvan het verplaatsen van zorg een onderdeel is, concludeert Nivel in zijn jaarverslag Monitor Zorg en Participatie van mensen met een chronische ziekte of beperking.
In 2018 heeft 15% van de chronische patiënten behoefte aan meer professionele of informele zorg of ondersteuning dan men krijgt. Er is vooral behoefte aan meer hulp bij huishoudelijk werk, praktische hulp of ondersteuning bij klussen in huis en emotionele steun, begrip of een luisterend oor. Deze hulp ontvangen mensen het liefst van naasten uit hun omgeving.
Chronische patiënten beoordelen de zorg nog als weinig persoonsgericht, blijkt uit cijfers van 2017. Bijna de helft geeft aan dat er onvoldoende aandacht is voor hen als persoon, terwijl drie kwart zich voldoende betrokken voelt bij beslissingen over hun zorg. Maar in het algemeen is de zorg nog op veel aspecten van persoonsgerichtheid te verbeteren, aldus Nivel. Iets meer dan de helft van de patiënten zegt geen persoon te hebben die aanspreekpunt is voor hen en die verantwoordelijk is voor het regelen van zorg en ondersteuning.
Het merendeel is tevreden over de kwaliteit van de bejegening, voorlichting en deskundigheid van zorgverleners. Het minst zijn patiënten te spreken over de kwaliteit van de gezamenlijke besluitvorming. Dit geldt in het bijzonder voor de jonge leeftijdsgroep van 15 tot en met 39 jaar. In vergelijking met de andere leeftijdsgroepen bespreken zij minder vaak met hun zorgverlener aan welke doelen zij willen werken, en hebben zij minder vaak toegang tot hun individueel zorgplan.
Fysiotherapeut
In 2018 beoordelen patiënten met een chronische ziekte de totale zorg die zij ontvangen gemiddeld als goed met een rapportcijfer van 7,8. Ook hebben zij vertrouwen in de huidige zorg (rapportcijfer 7,4) en in de huidige medische mogelijkheden (rapportcijfer 7,5).
De meeste zorgverleners krijgen gemiddeld minimaal een zeven als rapportcijfer. Het meest zijn patiënten te spreken over hun fysiotherapeut (rapportcijfer 8,1), en de gespecialiseerd verpleegkundige (rapportcijfer 8,0). De bedrijfsarts scoort het laagst en krijgt als enige zorgverlener een onvoldoende (4,9). De tevredenheid met de huisarts, apotheker en bedrijfsarts is in de periode 2006-2018 afgenomen.
Kwaliteit van leven
Verder laat dit rapport zien dat chronische patiënten hun kwaliteit van leven iets minder goed beoordelen dan de algemene Nederlandse bevolking. De meesten geven aan gelukkig (74%) en tevreden (81%) te zijn, maar ook dit is iets minder vergeleken met de algemene bevolking.
De gegevens uit de Zorgmonitor verzamelt Nivel bij deelnemers van het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG), een landelijk representatief panel van patiënten met een chronische ziekte of lichamelijke beperking.