Dwanglicentie bij hoge prijzen per geval bekijken
Harde conclusies trekken over het effect van dwanglicenties blijkt niet mogelijk omdat er te weinig empirisch onderzoek is over de impact van dit instrument. Bij een dwanglicentie verleent de minister van Economische Zaken en Klimaat toestemming aan een aangewezen persoon – niet de octrooihouder – om een geneesmiddel te produceren, volgens de bestaande normen voor toelating op de markt.
De commissie die onderzoek heeft gedaan naar de inzet van dwanglicenties bij hoge medicijnprijzen is het, vanwege inhoudelijke en procedurele verschillen, niet gelukt tot een gezamenlijk advies te komen, concludeert Wiebes tot zijn teleurstelling.
Op verzoek van de minister heeft de voorzitter een persoonlijke beschouwing geschreven over dwanglicenties, waarin hij onder meer stelt dat de Rijksoctrooiwet voldoende ruimte biedt voor de inzet van dwanglicenties, maar dat op Europees niveau verbeteringen nodig zijn.
Innovatieklimaat
Verder concludeert de voorzitter dat hoge prijzen van geneesmiddelen verkeerde prikkels kunnen geven, maar lage prijzen een negatieve invloed kunnen hebben op het innovatieklimaat. Volgens Wiebes zal daarom per concreet geval een zorgvuldige afweging gemaakt moeten worden van de belangen van patiënten, financiers van gezondheidszorg, de octrooihouder en potentiële licentienemers. Ook speelt hierbij een rol in hoeverre Nederland in zo’n situatie in internationaal verband gezamenlijk kan optrekken, aldus de minister.