Eerste daling aantal recepten opioïden na jaren
Tussen 2003 en 2017 nam het gebruik van sterkwerkende opioïden, met name oxycodon, sterk toe. Na een afvlakking in 2018 is nu een daling ingezet van het aantal voorschriften en het aantal gebruikers van deze sterke pijnstillers.
Huisartsen en specialisten hebben een vergelijkbaar aandeel in het starten van opioïden. Van de ruim 700.000 eerste recepten voor sterkwerkende opioïden in 2019 was 47,6 % afkomstig van een medisch specialist en 41,6 % van een huisarts. De resterende 10,8 % werd uitgeschreven door een ander type voorschrijver, zoals basisartsen en specialisten ouderengeneeskunde.
Verder laat het onderzoek zien dat 57% van de nieuwe gebruikers slechts één keer een recept voor een opioïd ontvangt. Dat is in lijn met aanbevelingen uit richtlijnen: schrijf opioïden in principe slechts kortdurend voor, zeker bij pijn die niet gerelateerd is aan kanker.
De door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2019 geïnstalleerde Taakgroep Gepast gebruik van opioïden werkt, onder leiding van het IVM, aan het goed gebruik van opioïden. De taakgroep roept zorgverleners op het onderwerp te agenderen in bijvoorbeeld een farmacotherapeutisch overleg (FTO) of een formulariumoverleg.
Verantwoord gebruik
De Taakgroep Gepast gebruik opioïden bestaat uit vertegenwoordigers van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de wetenschappelijke verenigingen van anesthesiologen (NVA) en van verslavingsartsen (VVGN), de KNMP, de NVZA en de Patiëntenfederatie Nederland. VWS financieert de taakgroep, die de opdracht heeft zorgverleners, instellingen en patiënten te informeren over en aan te spreken op verantwoord gebruik van opioïde pijnstillers.