Kosten dure weesgeneesmiddelen blijven stijgen
In de komende jaren is de verwachting dat de kosten voor weesgeneesmiddelen blijven stijgen, schrijft het Zorginstituut in de Monitor Weesgeneesmiddelen in de praktijk 2020. ZIN verwacht in de komende jaren 61 nieuwe niet-oncologische weesgeneesmiddelen of indicatie-uitbreidingen van bestaande weesgeneesmiddelen.
Over een periode van tien jaar zijn aanzienlijke bedragen gedeclareerd voor weesgeneesmiddelen: op basis van de lijstprijs hebben de vier geneesmiddelen Myozyme, Soliris, Tracleer en Somavert meer dan € 1 miljard gekost. Voor Myozyme, een geneesmiddel voor de ziekte van Pompe, werd in tien jaar tijd € 522 miljoen betaald.
De prijzen van deze dure weesgeneesmiddelen dalen niet of nauwelijks na afloop van de marktexclusiviteit, de prijsdaling is gemiddeld 1,5%. Volgens ZIN moeten de productiekosten van weesgeneesmiddelen als Myozyme, die langer dan tien jaar op de markt zijn, inmiddels grotendeels zijn terugverdiend.
Voor slechts 7 van de 29 unieke geneesmiddelen zijn er generieke geneesmiddelen op de markt gekomen. De medicijnen waarvoor een generiek op de markt is gekomen, zijn gemiddeld 24% in prijs gedaald. Voor de overige middelen is er sprake van een prijsstijging van gemiddeld 5,5%.
Meer weesgeneesmiddelen
Omdat het ontwikkelen van weesgeneesmiddelen van essentieel belang is voor patiënten, is het goed vast te stellen dat elk jaar meer middelen beschikbaar komen, concludeert het zorginstituut. Tegelijkertijd duurt het soms lang voordat de patiënt een nieuw geneesmiddel daadwerkelijk kan gebruiken.
ZIN roept alle verantwoordelijke partijen daarom op ervoor te zorgen dat geneesmiddelen sneller beschikbaar komen voor patiënten. Hiervoor is het noodzakelijk vast te stellen of die middelen ook echt werken, want vaak is niet duidelijk of de gevonden effecten op de korte termijn ook op de lange termijn betekenis hebben voor het leven van een patiënt.
Daarbij komt dat de meeste weesgeneesmiddelen een hoge prijs hebben per patiënt per jaar. Door deze ongunstige kosteneffectiviteit kunnen de kosten van deze dure geneesmiddelen, concludeert het Zorginstituut, leiden tot verdringing van andere zorg.