Kwart minder patiënten naar huisarts door corona
Huisartsen hadden tot en met 15 maart, de week waarin de eerste landelijke maatregelen werden afgekondigd, per week gemiddeld zo’n 80 consulten (op de praktijk of telefonisch) per 1000 inwoners. Hierna daalde het aantal consulten per week tot rond de 60 per 1000 inwoners. In de laatste weken van mei was dit aantal weer gestegen tot bijna 80 per 1000 inwoners. Het aantal korte consulten (vaak telefonisch) nam juist sterk toe, concludeert Nivel.
Bij de bezoeken aan de praktijk blijkt dat vooral patiënten met lichte klachten als oren uitspuiten, wratten en vermoeidheid wegbleven. Huisartsen zagen in deze periode meer patiënten met luchtweginfecties, of met angst daarvoor. Hierbij gaat het om patiënten die mogelijk corona hadden.
Minder visites
Het aantal visites dat huisartsen aflegden aan huis daalde het sterkst voor chronische aandoeningen als COPD, diabetes en hartfalen. Tot en met 15 maart legden huisartsen per week gemiddeld 4 visites per 1000 inwoners af, dat daalde tot rond de 2 per 1000 inwoners. In de laatste week van mei was het aantal visites weer gestegen tot 3 per 1000 inwoners.
Wat de gevolgen zijn van deze veranderingen in de huisartsenzorg op de gezondheid van patiënten is nu niet precies te zeggen, stelt de NZa, daarvoor is meer onderzoek nodig. Ook is onduidelijk of dit op de langere termijn gaat leiden tot een hogere zorgvraag.