Rechter: NZa moet huiswerk bereidingen overdoen
Apothekers konden jarenlang magistraal bereide receptgeneesmiddelen alleen vergoed krijgen als een vergelijkbaar geregistreerd geneesmiddel niet verkrijgbaar was. Bij de prestatiebeschrijvingen voor 2019 en 2020 schrapte de NZa deze voorwaarde, zodat apothekers voortaan ook bereidingen kunnen declareren als er wél een equivalent product is.
Vier bereidingsapotheken, waaronder De Magistrale Bereider, Biosimilars en generieke geneesmiddelenindustrie Nederland (Bogin) en de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) zijn het hiermee niet eens en stelden beroep in bij het CBb. Volgens de partijen kan de verkoop van geregistreerde geneesmiddelen teruglopen als apothekers meer ruimte krijgen om bereidingen te declareren.
Met het schrappen van de declaratievoorwaarde lijkt de NZa inderdaad te willen stimuleren dat dure geregistreerde geneesmiddelen vervangen kunnen worden door goedkopere bereidingen, zo valt te lezen in de toelichting bij de wijziging. Tijdens de procedure gaf de zorgautoriteit echter een andere reden: het langer handhaven van de declaratievoorwaarde zou de wettelijke mogelijkheden voor magistrale bereidingen onnodig belemmeren. De voorwaarde komt namelijk niet terug in nationale of Europese wet- en regelgeving.
De bestuursrechter begrijpt niet waarom de NZa de declaratievoorwaarde jarenlang wél verbond aan de magistrale bereiding, terwijl zij nu beweert dat dit eigenlijk ten onrechte is gebeurd. In de rechtszaal betoogde de zorgautoriteit dat deze passage destijds is toegevoegd om te voorkomen dat een apotheek een goedkoop geneesmiddel als paracetamol zelf zou gaan bereiden. Het tarief voor een magistrale bereiding was toen namelijk hoger dan het terhandstellingstarief.
Politieke keuze
Het onbeperkt vergoeden van vervangende apotheekbereidingen is, volgens de industrie en de bereidingsapotheken, overduidelijk een “politiek-bestuurlijke keuze”. De Nederlandse overheid wil geregistreerde dure geneesmiddelen om financiële redenen op grote schaal vervangen door goedkopere magistrale bereidingen, aldus de partijen. Het wijzigen van de declaratievoorwaarde, door de zorgautoriteit, zou de laatste stap zijn om dat doel te kunnen realiseren.
Vernietiging
VIG, Bogin en de bereidingsapotheken vroegen het College van Beroep voor het bedrijfsleven om het besluit van de NZa te vernietigen en de oude regel te laten herleven, zodat apothekers alleen kunnen declareren als er géén product verkrijgbaar is. De rechter oordeelde dat de motivering van de zorgautoriteit weliswaar tegenstrijdig en onduidelijk is, maar vond vernietiging van het besluit te ver gaan.
De NZa krijgt drie maanden de tijd om opnieuw te motiveren waarom apothekers meer ruimte moeten krijgen om hun bereidingen te declareren, dan wel een ander besluit te nemen.