Blokhuis lanceert plan van aanpak tegen studiedoping
Studenten die geneesmiddelen gebruiken om prestaties te verbeteren of om de concentratie te verhogen tijdens periodes van stress is een groeiend probleem. Onderwijsinstellingen en deskundigen vrezen dat ‘studeren met een pilletje’ in de toekomst normaal wordt, schrijft Blokhuis in een brief aan de Tweede Kamer.
Populair onder studenten zijn de ADHD-geneesmiddelen methylfenidaat, dexamfetamine en lisdexamfetamine, maar ook modafinil, een krachtig middel tegen slaapziekte.
Precieze cijfers over het gebruik zijn beperkt voorhanden, maar uit onderzoek blijkt dat oneigenlijk gebruik voornamelijk hoog is onder studerende en uitgaande jongeren. Ze gebruiken stimulerende middelen om de hoge verwachtingen en studiedruk aan te kunnen. Uit onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt dat van de 72% van de gebruikers van prestatieverhogende middelen zonder recept dit doet vanwege betere concentratie en 67% om het studeren en werken langer vol te houden.
Zwarte markt
Rijksuniversiteit Groningen constateerde op basis van eigen onderzoek dat 16% van ruim duizend ondervraagde studenten zonder recept Ritalin gebruikt om te studeren. 80% van deze ongediagnosticeerde gebruikers kreeg het geneesmiddel via medestudenten, de zwarte markt of via familie. Sommige studenten geven aan de geneesmiddelen wel te krijgen via de huisarts, maar ze gebruiken zelf maar een beperkt deel en verkopen de overige pillen aan medestudenten.
Het onbegeleid en niet-medisch gebruik van ADHD-middelen heeft een schaduwzijde, zo melden studenten die Ritalin zonder recept gebruiken. Het veroorzaakt hartkloppingen, slaapproblemen, stemmingswisselingen en verminderde eetlust. Jarenlang gebruik kan, volgens Blokhuis, zelfs leiden tot een burn-out, omdat de gebruiker altijd ‘aan’ staat. Ook treedt door langdurig gebruik gewenning op, waardoor een steeds hogere dosering nodig is om het gewenste effect te bereiken. De risico’s van het gebruik op de lange termijn zijn onbekend.
Apotheekteams
In de strijd tegen het oneigenlijk gebruik wil de staatssecretaris beginnen met de analyse van het profiel van jongeren die stimulerende middelen slikken. Vervolgens volgt er een verkenning van de actuele ADHD-richtlijnen en het voorschrijfgedrag van verschillende artsen en het voorschrijfgedrag per regio. Hierbij betrekt Blokhuis ook apothekers en apothekersassistenten, omdat die de geneesmiddelen afleveren. Zij kunnen afwijkend gebruik, algemeen of specifiek gedurende tentamen- of examenperiodes, signaleren en dit bespreken met de voorschrijvers tijdens een farmacotherapeutisch Overleg (FTO). In de komende maanden starten speciale focusgroepen om de ervaringen van artsen en apotheekteams in kaart te brengen.
Verder gaat de staatssecretaris de professionals in het onderwijs vragen of zij het probleem van oneigenlijk gebruik van medicatie onder studenten herkennen. Met de resultaten van de analyses kan vervolgens een voorlichtingscampagne binnen en buiten het onderwijs worden opgezet. Ook onderzoekt Blokhuis eventuele gerichte interventies om het oneigenlijk gebruik van geneesmiddelen te verminderen.