Kwart pijnpatiënten mist informatie over gebruik opioïden
Van de pijnpatiënten die online de vragenlijst hebben ingevuld, heeft 23,8% geen enkele informatie gekregen over de risico’s van onjuist gebruik van opioïden en dat deze zware pijnstillers vooral zijn bedoeld voor kortdurend gebruik.
50,1% van de respondenten heeft informatie gekregen dat opioïden goede pijnstillers zijn, 45,3% wist dankzij voorlichting dat deze middelen zijn voor kortdurend gebruik en 43% had meegekregen dat onjuist opioïdengebruik kans op verslaving geeft.
Onder de respondenten is oxycodon het meest gebruikte opioïd (69,5%), gevolgd door fentanyl (16,3%) en morfine (16,3%).
Een meerderheid van de pijnpatiënten (66,9%) geeft aan voldoende informatie te hebben gehad om deze pijnstiller op de juiste manier te gebruiken, concluderen de onderzoekers. Maar 15,3% heeft voorlichting gemist over afbouwen, alternatieve behandelingen, bijwerkingen, juist gebruik, tolerantie, ontwenning en verslaving. Dit zijn vooral patiënten met postoperatieve pijn en patiënten met pijn bij kanker.
Stukjes informatie
Een deel van de respondenten zegt bepaalde informatie over opioïden niet te hebben ontvangen. Volgens de onderzoekers kan dit komen doordat zorgverleners de informatie niet hebben gegeven of doordat de patiënt tijdens het consult méér informatie kreeg dan hij of zij kon onthouden. Het is daarom belangrijk dat zorgverleners het aanbieden van (stukjes) informatie goed timen en dat zij informatie ook herhalen. De materialen van Thuisarts.nl en Apotheek.nl zijn hierbij goed bruikbaar, aldus het IVM en de Patiëntenfederatie Nederland. De Handreiking afbouwen opioïden kan handvatten bieden bij het afbouwen.
Gesprek over stoppen
Uit de vragenlijsten blijkt verder dat voorschrijvers slechts met een derde van de respondenten gelijk bij de start met opioïden afspraken hebben gemaakt over hoelang zij de pijnstillers zouden gebruiken. Met ruim de helft (55%) is gesproken over andere mogelijkheden om pijnklachten te bestrijden, maar met iets minder dan de helft (45,1%) is hier niet over gesproken.
Meer dan 50% is inmiddels gestopt met opioïdengebruik, de helft heeft hierover gesproken met een zorgverlener (50,7%). Ruim een derde van de respondenten die het opioïd nog gebruiken, heeft overwogen hiermee te stoppen. Van deze groep heeft 82,4% daarover een gesprek gehad met een zorgverlener.
Stoppen met opioïdengebruik verliep bij de meerderheid van de respondenten probleemloos, zowel bij de patiënten die er in een keer mee stopten, als bij de patiënten die langzaam afbouwden (respectievelijk 78,4% en 70,1%). Veel respondenten gaven aan dat ze geen begeleiding nodig hadden bij het stoppen of afbouwen; 13,5% gaf aan deze begeleiding wel graag te hebben gewild.