NZa wijzigt prestatie voor terhandstellen GDV-medicatie
Op dit moment brengen apotheken per geneesmiddel in de GDV een terhandstelling in rekening. Dit betekent dat hoe meer geneesmiddelen de patiënt verstrekt krijgt, hoe hoger de terhandstellingskosten zijn. Met ingang van 2023 mag een zorgaanbieder één tarief in rekening brengen voor de terhandstelling van alle geneesmiddelen die onderdeel zijn van de GDV.
Het is aan de zorgverzekeraars en apotheken om hiervoor een kostendekkend tarief af te spreken, aldus de NZa, die de noodzaak benadrukt om productieprikkels uit de bekostiging weg te nemen. Door het wijzigen van de GDV-bekostiging kan de apotheker inzetten op het minderen en stoppen van bepaalde geneesmiddelen, zonder daarbij inkomsten op de terhandstelling te verliezen.
Volgens de zorgautoriteit heeft de apotheker hierbij als “medicatiespecialist” een belangrijke signalerende functie. Ook adviseert de apotheker de voorschrijver over effectief, veilig en doelmatig geneesmiddelengebruik.
Met de wijziging van de prestatie zou ook meer ruimte ontstaan om samen met de patiënt en in afstemming met de voorschrijver te kijken naar bewust geneesmiddelgebruik: niet meer dan nodig en niet minder dan noodzakelijk.
Nieuwe prestatie
Verder maakt de NZa bekend dat er per 1 januari 2022 een nieuwe facultatieve prestatie wordt opgenomen in de regelgeving voor farmaceutische zorg. Deze prestatie is bedoeld voor de begeleiding van patiënten bij het optimaliseren van het geneesmiddelgebruik, in samenwerking met de huisarts.
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders kunnen via de nieuwe prestatie afspraken maken over bijvoorbeeld farmaceutische begeleiding om het geneesmiddelgebruik van patiënten te verbeteren, en patiënten te begeleiden in het minderen of stoppen met medicijnen die niet (meer) nodig zijn.